Je kunt tekstdoelenherkennen en benoemen: de ontvanger informeren, een verhaal vertellen, iemand instructies geven of ergens toe aanzetten, jouw mening geven, iemand overtuigen en iets bewijzen.
Je kunt tekstsoortenherkennen: informatieve tekst, narratieve tekst, prescriptieve tekst, opiniërende tekst, persuasieve tekst en argumentatieve tekst.
Je kunt verschillende teksttypesherkennen en benoemen.
Je kunt teksttypeskoppelenaan een of meer bijbehorende tekstsoorten en tekstdoelen.
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Wat moet je kennen / kunnen?
Lesdoelen:
Je kunt tekstdoelenherkennen en benoemen: de ontvanger informeren, een verhaal vertellen, iemand instructies geven of ergens toe aanzetten, jouw mening geven, iemand overtuigen en iets bewijzen.
Je kunt tekstsoortenherkennen: informatieve tekst, narratieve tekst, prescriptieve tekst, opiniërende tekst, persuasieve tekst en argumentatieve tekst.
Je kunt verschillende teksttypesherkennen en benoemen.
Je kunt teksttypeskoppelenaan een of meer bijbehorende tekstsoorten en tekstdoelen.
Slide 1 - Diapositive
Wat moet je kennen / kunnen?
Je kunt tekstdoelenherkennen en benoemen: de ontvanger informeren, een verhaal vertellen, iemand instructies geven of ergens toe aanzetten, jouw mening geven, iemand overtuiten en iets bewijzen.