Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Examentraining Maatschappijkunde
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Inventariseren onderwerpen laatste lessen
examentraining criminaliteit
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat moet je voor het examen mask kennen?
Slide 4 - Diapositive
Wat is geen risicofactor voor criminaliteit?
A
Psychische problemen
B
Onveilige opvoeding
C
Een relatie
D
Alcohol- en/ of drugsgebruik
Slide 5 - Quiz
Rechters kunnen kiezen voor verschillende straffen. Wat voor straf is tbs?
A
Hoofdstraf.
B
Maatregel
C
Bijkomende straf
D
Preventie
Slide 6 - Quiz
Een rechter kan alleen tbs opleggen als iemand:
A
spijt heeft van zijn misdaden
B
meerdere keren een overtreding pleegt
C
een psychische stoornis heeft
Slide 7 - Quiz
Tbs wordt gegeven als de dader ontoerekeningsvatbaar is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Welke bewering over tbs is juist?
A
Tbs is gericht op behandeling van de verdachte
B
Tbs kan alleen worden opgelegd als er ook een hoofdstraf bij
opgelegd is
C
Tbs valt onder de bijkomende straffen
D
Tbs wordt uitgezeten in een Huis van Bewaring
Slide 9 - Quiz
Iets is pas criminaliteit als het in het Wetboek van Strafrecht staat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Wie mag toestemming geven voor het langer vasthouden voor onderzoek van een verdachte?
A
Officier van Justitie
B
Rechter-commisaris
C
Hulp Officier van Justitie
D
Slide 11 - Quiz
Vraag 2.
Geef van de krantenkoppen aan of het gaat over een overtreding of een misdrijf.
Overtreding
Misdrijf
Verslaafde dief langdurig de cel in
TOT ZES JAAR CEL VOOR DRUGSRUNNERS
Boete voor plassende jongeman
Rechtbank doet uitspraak over babymoord
Rechter ergert zich aan hondendrollen
Slide 12 - Question de remorquage
Je hebt iemand zwaar mishandeld. Naar welke rechtbank ga je?
A
Gerechtshof
B
Meervoudige kamer
C
Politierechter
D
Hoge Raad
Slide 13 - Quiz
Jack heeft onder invloed van alcohol een ongeluk veroorzaakt. Hij krijgt een taakstraf en moet zijn rijbewijs inleveren.
Wat voor soort straf is het inleveren van zijn rijbewijs?
A
hoofdstraf
B
maatregel
C
bijkomende straf
D
voorwaardelijke straf
Slide 14 - Quiz
De officier van justitie eist een straf van 1,5 jaar waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Er is sprake van:
A
Een overtreding
B
Een misdrijf
Slide 15 - Quiz
Wie of wat gaat over alle regels over opsporing, berechting en straffen?
A
Criminaliteit
B
de Overheid
C
Het strafrecht
Slide 16 - Quiz
Hoe noem je een oproep om naar de rechtbank te komen?
A
Een proces-verbaal.
B
Een dagvaarding.
C
Een schikking.
D
Seponeren.
Slide 17 - Quiz
Een verdachte mag zwijgen tijdens de rechtszaak.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Waar hebben regels altijd mee te maken?
A
Criminaliteit
B
Het wetboek van Strafrecht
C
Waarden
D
Fatsoen
Slide 19 - Quiz
Deze persoon helpt de verdachte
A
Officier van justitie
B
Advocaat
C
Rechter
D
Verdachte
Slide 20 - Quiz
Deze rechter behandelt overtredingen
A
Politierechter
B
Rechtbank
C
Kantonrechter
D
Gerechtshof
Slide 21 - Quiz
Wie bepaalt het vonnis in een rechtszaak?
A
rechter
B
officier van justitie
C
advocaat
D
getuigen
Slide 22 - Quiz
Je bent pas een verdachte als de rechter dat beslist.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Je bent pas schuldig als de rechter dat beslist.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
Behandelt zaken in cassatie:
A
Kantonrechter
B
Gerechtshof
C
Rechtbank
D
Hoge Raad
Slide 25 - Quiz
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Opening
Aanklacht
Verhoor van getuigen
Verhoor van verdachte
Requisitoir
Pleidooi
Laatste woord
Uitspraak
Slide 26 - Question de remorquage
Slide 27 - Diapositive
A
Opiumwet
B
de Wegenverkeerswet
C
het Wetboek van Strafrecht
D
de Wet wapens en munitie
Slide 28 - Quiz
Verbind de situatie aan de term delinquent en/of recidivist
Delinquent
Recidivist
Toen Pedro 15 jaar oud was heeft hij een winkeloverval gepleegd, nu is hij 40 en zit hij in de drugshandel.
Toen Maaike 19 jaar was, heeft ze één keer een oogschaduwpalet gestolen bij de drogisterij.
Tim heeft op zijn 18de meerdere keren onder invloed achter het stuur gezeten, nu op z'n 60ste doet hij het nog wel eens.
Slide 29 - Question de remorquage
Geen wet mag in strijd zijn met:
A
Jurisprudentie
B
de grondwet
C
Gewoonterecht
D
Machtenscheiding
Slide 30 - Quiz
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders, daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen.
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders. Daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd-gedragtheorie
C
Rationele-keuze-theorie
D
Bindingstheorie
Slide 31 - Quiz
Delicten bestaan uit overtredingen en misdrijven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
Vraag 2.
Geef van de krantenkoppen aan of het gaat over een overtreding of een misdrijf.
Overtreding
Misdrijf
Verslaafde dief langdurig de cel in
TOT ZES JAAR CEL VOOR DRUGSRUNNERS
Boete voor plassende jongeman
Rechtbank doet uitspraak over babymoord
Rechter ergert zich aan hondendrollen
Slide 33 - Question de remorquage
Welke oorzaken van criminaliteit zie je in het gedrag van deze man?
A
Spanning en avontuur.
B
Normvervaging.
C
Alcohol en drugsgebruik.
D
Slechte opvoeding.
Slide 34 - Quiz
A
Noodweer
B
Ontoerekeningsvatbaarheid
C
Overmacht
D
Nalatigheid
Slide 35 - Quiz
Wat is de rol van de officier van justitie in een rechtszaak?
A
verdedigt de verdachte
B
eist een straf namens het OM
C
geeft het vonnis van de verdachte
D
eist straf namen de rechtbank
Slide 36 - Quiz
A
Groepsgedrag
B
Slechte opvoeding
C
Spanning en Avontuur
D
Etikettering
Slide 37 - Quiz
Rechtbank
Hoge Raad
Gerechtshof
Hoogste rechtsorgaan
Hoger beroep tegen vonnis rechtbank
Toetst vonnissen van lagere rechters
Strafrechter
Kantonrechter
Slide 38 - Question de remorquage
Wie heeft het laatste woord voordat de rechter een uitspraak doet?
A
het publiek
B
de verdachte
C
de rechter
D
de officier van justitie
Slide 39 - Quiz
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen. Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie
Slide 40 - Quiz
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Regering
Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad
Regering en Staten-Generaal
Slide 41 - Question de remorquage
A
De jongeren komen voor een speciale jeugdrechter.
B
De jongeren worden vervolgd volgens het volwassenstrafrecht.
C
De jongeren zijn te jong om een straf te krijgen.
D
Jongeren krijgen een Haltstraf
Slide 42 - Quiz
De rechter kijkt altijd naar eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken. Dit noem je:
A
Rechtsbescherming
B
Jurisprudentie
C
Vonnis
D
Requisitoir
Slide 43 - Quiz
De beslissing van het OM om niet tot vervolging over te gaan noemen we:
A
seponeren
B
schikken
C
jurisprudentie
D
vervolgen
Slide 44 - Quiz
A
Democratie
B
Rechtsbescherming
C
Rechtshandhaving
D
Ombudsman
Slide 45 - Quiz
Als je in hoger beroep gaat, dan ga je naar ..
A
de rechtbank
B
gerechtshof
C
Hoge Raad
D
de politie
Slide 46 - Quiz
Hieronder staan vijf uitspraken van politieke partijen. Sleep de uitspraak naar het juiste hokje.
Links
Midden
Rechts
VVD wil dat de criminaliteit hard wordt aangepakt. Daders moeten zware straffen krijgen.
GL wil jeugdcriminaliteit verminderen. Dat moet gebeuren door jongeren meer kansen te geven, bv. op school.
PvdD wil onderzoeken op welke manier straffen het meeste zin heeft.
De SGP vindt dat criminaliteit beter bestraft moet worden. Veel daders komen er nu nog te makkelijk vanaf.
D66 wil dat de kans groter wordt dat criminelen gepakt worden. Ook moeten we zo veel mogelijk doen om criminaliteit te voorkomen door mensen te helpen.