T4 unit 4 lesson 17 grammar

T4
Unit 4 lesson 17 grammar 
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

T4
Unit 4 lesson 17 grammar 

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening/Lesdoel                      
2. Terugblik                                          
3. Instructie                                          
4. Begeleid inoefenen
5. Zelfstandig werken
6. Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

1. Lesopening/Lesdoel
- Today we are going to learn about the grammar of today

Slide 3 - Diapositive

2. Terugblik 
- Tag questions - grammar unit 3

Slide 4 - Diapositive

3. Instructie - ‘some & any’
Welke je gebruikt, hangt af van het soort zin waar het in staat. 
Heb je te maken met een bevestigende zin? Dan gebruik je some.
I’ve got some oranges.
Heb je te maken met een ontkennende of vragende zin? Dan gebruik je any
.I haven’t got any oranges. Have you got any oranges?

Maar:Is het een vragende zin en wordt het antwoord ‘Ja’ verwacht, dan gebruik je some.
Can I have some water, please?

Is het een aanbod of verzoek? Ook dan gebruik je some.
Would you like some tea?

Slide 5 - Diapositive

Adverbs - bijwoorden
The man is walking fast. De man loopt snel. 
The man is walking slowly. De man loopt langzaam.
In deze voorbeelden zijn fast en slowly bijwoorden. Zij geven aanvullende informatie over het werkwoord 'lopen'.

Over ‘fast’ en ‘slowly’ is ook aanvullende informatie te verkrijgen:
Voorbeeld:

The man is walking extremely fast De man loopt extreem snel.
The man is walking very slowly. De man loopt erg langzaam
Ook extremely en slowly zijn bijwoorden. Zij geven extra informatie over de bijwoorden ‘fast’ en ‘slowly’.

Slide 6 - Diapositive

4. Begeleid inoefenen
1. Joanne is happy. She smiles _____________.
2. The boy is loud. He shouts_________________.
3. Her English is fluent. She speaks English_______________.
4. Our mum was angry. She spoke to us_________________.
5. My neighbour is a careless driver. He drives________________.
happy - perfect - quiet - careful - regular - nice 

Slide 7 - Diapositive

5. Zelfstandig werken
Do exercises 14, 16, 18 and 20
Done? 

Check your answers

Work further on your readinglist or on another subject

Slide 8 - Diapositive

6. Evaluatie / Huiswerk
Exercises 14, 16, 18 and 20

Send me your second book report! 

Slide 9 - Diapositive

*Plusopdracht of Klaaropdracht

Slide 10 - Diapositive