LOWAN thema voorzetsels

Voorzetsels
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Voorzetsels

Slide 1 - Diapositive

Voorzetsels
Doelen:

Je leert de voorzetsels.
Je kunt de voorzetsels gebruiken in een zin.
Je weet wanneer je welk voorzetsel kunt gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Voorzetsels
De  zwarte  woorden  zijn een voorzetsel 
IN de kast
OP de kast
NAAST de kast
ONDER de tafel
VOOR de tafel
BIJ de tafel
NAAST de tafel

Slide 3 - Diapositive

Zij praat met de juf.

Slide 4 - Diapositive

Ik kijk naar het raam.

Slide 5 - Diapositive

De meester wijst naar het boek.

Slide 6 - Diapositive

De juf zit op de stoel.

Slide 7 - Diapositive

Hij schrijft op het bord.

Slide 8 - Diapositive

Wij luisteren naar vader.

Slide 9 - Diapositive

De stoel staat onder de tafel.

Slide 10 - Diapositive

De kleuter loopt achter de oma.

Slide 11 - Diapositive

De kleuter loopt naast de oma.

Slide 12 - Diapositive

Jordi zit naast zijn vriend.

Slide 13 - Diapositive

Jan zit ......... Marco.
A
achter
B
onder
C
naar
D
met

Slide 14 - Quiz

Ik sta ........ de bushalte
A
met
B
in
C
naar
D
bij

Slide 15 - Quiz

Ik sta ....... het station.
A
met
B
op
C
naar
D
achter

Slide 16 - Quiz

Ik loop ........ school.
A
met
B
in
C
naar
D
bij

Slide 17 - Quiz

Ik zit ... de tram
A
onder
B
in
C
naast
D
naar

Slide 18 - Quiz

Hij wacht ... de trein.
A
op
B
in
C
naast
D
naar

Slide 19 - Quiz

De vrouw praat . . .
haar moeder.
A
onder
B
in
C
met
D
naar

Slide 20 - Quiz

Ik fiets . . . .
school.
A
onder
B
in
C
met
D
naar

Slide 21 - Quiz

Ik ben . . . .
half 1 op school.
Dan ga ik naar huis.
A
naast
B
tot
C
met
D
naar

Slide 22 - Quiz

Jasper zit achter zijn vriend.

Slide 23 - Diapositive

Het meisje zit in het voetbalteam.

Slide 24 - Diapositive

De puber is verliefd op de klasgenoot.

Slide 25 - Diapositive

Het schoolkind telt tot 100.

Slide 26 - Diapositive

Zij praat . . . de juf.
A
naast
B
onder
C
in
D
met

Slide 27 - Quiz

Ik kijk . . . . het raam.
A
naar
B
onder
C
in
D
met

Slide 28 - Quiz

De meester wijst . . . . . het boek.
A
naar
B
onder
C
in
D
met

Slide 29 - Quiz

De juf zit . . . . de stoel.
A
naast
B
op
C
naar
D
met

Slide 30 - Quiz

Hij schrijft . . . . . het bord.
A
achter
B
onder
C
op
D
met

Slide 31 - Quiz

Ik praat . . . opa.
A
naast
B
onder
C
in
D
met

Slide 32 - Quiz

De zoon luistert . . . . zijn vader.
A
naar
B
onder
C
in
D
met

Slide 33 - Quiz

De stoel staat . . . . . de tafel.
A
naar
B
onder
C
in
D
met

Slide 34 - Quiz

De kleuter loopt . . . . de oma.
A
naast
B
onder
C
boven
D
in

Slide 35 - Quiz

Ik kijk . . . . het raam.

Slide 36 - Question ouverte

De meester wijst . . . . het boek.

Slide 37 - Question ouverte

De juf zit ...... de stoel.

Slide 38 - Question ouverte

Hij schrijft ........ het bord.

Slide 39 - Question ouverte