Spelling - Les 3 - Interpunctie en hoofdlettergebruik

Leerdoelen
Aan het eind van de les...
1. Kun je hoofdletters op een correcte manier plaatsen in een zin en weet je de regels omtrent hoofdletters.
2. Weet je de regels omtrent interpunctie en kun je deze regels consequent toepassen in teksten.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
Aan het eind van de les...
1. Kun je hoofdletters op een correcte manier plaatsen in een zin en weet je de regels omtrent hoofdletters.
2. Weet je de regels omtrent interpunctie en kun je deze regels consequent toepassen in teksten.

Slide 1 - Diapositive

Hoofdletters
1. Aan het begin van een zin
    



Als de zin begint met 's, 't, 'k, 'n, begint het volgende woord met de hoofdletter.



Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld
's Avonds, 't Hagelde, 'k Zou het niet weten, 'n Klier van een jongen

Slide 3 - Diapositive

Hoofdletters
2. Eigennamen
Jan, Kees, Anja, meneer De Vries,
    mevrouw Van de Velde

Slide 4 - Diapositive

Hoofdletters
3. Aardrijkskundige namen en talen

Slide 5 - Diapositive

Hoofdletters
4. Feestdagen (maar geen samenstellingen)
Kerst, Bevrijdingsdag, Pasen


paasei, bevrijdingsfestival, kerstfeest

Slide 6 - Diapositive

Hoofdletters
5. Aansprekingen als God, Allah, Majesteit

Slide 7 - Diapositive

Hoofdletters
6. Namen van kranten, boeken, schilderijen, etc.

Slide 8 - Diapositive

Hoofdletters
7. Na een dubbele punt, als iemand begint te spreken (directe rede)
Hij zei: “Vannacht vroor het.”

Slide 9 - Diapositive

Interpunctie

  1.  Punt.
  2.  Komma,
  3.  Puntkomma;
  4.  Dubbele punt:
  5.  'Enkele aanhalingstekens'
  6.  "Dubbele aanhalingstekens"
  7.  Uitroepteken!
  8.  Vraagteken?

Slide 10 - Diapositive

1. Punt
  •  Aan het einde van een zin.
  •  Bij het gebruik van bijv. afkortingen.



 Kort d.m.v. punten een afk. van meerdere woorden af.

Slide 11 - Diapositive

Komma (deel 1)
Bij zinnen die uit meerdere zinnen bestaan, plaats je vaak een komma, waardoor je een pauze hoort.

 Hier gebruik je ook een komma, want er staat een voegwoord in de zin.
 Andere voegwoorden zijn: maar, of, omdat, daardoor,
 waardoor, dat, dus, terwijl, zodat, totdat, nadat etc.


Slide 12 - Diapositive

Komma (deel 2)
Bij zinnen die uit meerdere zinnen bestaan, plaats je vaak een komma, waardoor je een pauze hoort.

 Hier gebruik je ook een komma, want er staat een voegwoord in de zin.
 Andere voegwoorden zijn: maar, of, omdat, daardoor,
 waardoor, dat, dus, terwijl, zodat, totdat, nadat etc.


Slide 13 - Diapositive

Komma (deel 2)

 Extra informatie, dat wat je weg kunt laten, staat ook tussen komma's.
 Bij opsommingen van mooie, grappige, lange, korte en moeilijke bijvoeglijke naamwoorden.
 Beste lezer,
 Als komma's tussen persoonsvormen staan, begrijp je de zin beter.




Slide 14 - Diapositive

KOMMA
PUNT
GOEDE ZIN

Hij loopt iedere dag maar valt niks af
Dat meisje met die rode haren is erg aardig
Lees een boek ofz
Hij loopt iedere dag te klagen.
Schaatsen skiën en snowboarden zijn allemaal winterse sporten toch?

Slide 15 - Question de remorquage

Puntkomma (deel 1)
Een punt geeft een grote scheiding aan, een komma een kleine scheiding, een puntkomma zit daar tussenin.

 
M.a.w.: bij twijfel tussen punt en komma, zet je ze allebei!

 Om verwarring bij opsommingen te vermijden.


Slide 16 - Diapositive

Puntkomma (deel 1)
 Rood, wit, blauw; drie, acht, negen; maandag, zaterdag, zondag.

 Iedereen is welkom op mijn verjaardag; ik hoop echter dat m'n neef Peter wegblijft.
 Het vierde jaar ligt achter ons; 2007 is geschiedenis.

  Ik kom wat later; ik wil nog even douchen.



Slide 17 - Diapositive

Dubbele punt (deel 1)


 De dubbele punt wordt gebruikt om iets aan te kondigen.
 
Dat kan van alles zijn:
 een opsomming, een conclusie, een citaat, een uitleg, een verklaring etc.



Slide 18 - Diapositive

Dubbele punt (deel 2)
 Opsomming
 Deze foto heeft nogal wat kleuren: rood, groen, bruin, geel en oranje.

 Conclusie
 Daarom besluiten wij: verbied het jagen op ganzen.

 Citaat
 Net zoals Peter dat wel eens zei: "Da's een verrekt goed idee!"

 Toelichting
 Een lama moet je niet uitdagen: dan spuugt hij misschien.




Slide 19 - Diapositive

Aan het eind van de les...
1. Kun je hoofdletters op een correcte manier plaatsen in een zin en weet je de regels omtrent hoofdletters.
2. Weet je de regels omtrent interpunctie en kun je deze regels consequent toepassen in teksten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage