Grammatica Woordsoorten VWO check aug 2020
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Benoem alle woorden in de volgende zin:
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het WG in de volgende zin:
De ingang van de universiteit werd geblokkeerd door protesterende studenten.
De ingang van de universiteit werd geblokkeerd door protesterende studenten.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het LV in de volgende zin:
Kan Marianne mij vanmiddag een kilo appels meebrengen van de markt?
Kan Marianne mij vanmiddag een kilo appels meebrengen van de markt?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is in de volgende zin het MV:
Vanavond zal de directeur de geslaagden hun diploma's uitreiken.
Vanavond zal de directeur de geslaagden hun diploma's uitreiken.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Vidéo
Wat is in de volgende zin het [ND] en NG? zet het [ND] tussen vierkante haken.
In Nederland zullen de liedjes van André Hazes altijd bekend blijven.
In Nederland zullen de liedjes van André Hazes altijd bekend blijven.
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Wat is in de volgende zin het bwb? het kunnen er meer zijn:
Door de tegenvallende prestaties keek de coach gisteravond behoorlijk somber.
Door de tegenvallende prestaties keek de coach gisteravond behoorlijk somber.
