Les 10: Seksualiteit

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
aantekeningen maken

Slide 5 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Periode planner
Week
1
2
3
4
5
lesdoel
voedingsmiddelen en voedingstoffen 
verteringsstelsel
verteringsstelsel
gezonde voeding 
voedselbederf
6
7
8
9
10
11
12
Geslachtsorganen en puberteit
Vruchtbaar worden
Zwanger worden
Veilige seks
Seksualiteit

Slide 6 - Diapositive

Geef deze les vanuit de context van eten. Welk eten vinden de leerlingen lekker en wat is allemaal van planten gemaakt.
'
doel is vooral dat leerlingen snappen dat planten: vetten, koolhydraten, en eiwitten maken d.m.v. glucose.
Lesprogramma
  • Huiswerk controle / bespreken
  • Ophalen kennis vorige lessen
  • Lesdoelen
  • Uitleg nieuwe stof
  • Verwerkingsopdracht
  • Huiswerk

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de ovulatie
A
laat het baarmoederslijmvlies los
B
laat de baarmoeder los
C
komt een eicel vrij uit de eierstok
D
komt een zaadcel bij de eierstok

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

teelballen, testis
zaadleiders
de prostaat
bijballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke volgorde gaat een zaadcel door het mannelijke voortplantingsstelsel bij een zaadlozing?
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
1
2
3
4
5
Urinebuis
Prostaat
Zaadleider
Bijbal 
Teelbal 

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een erectie (stijve penis) komt tot stand door...
A
Bot
B
Spier
C
Bloed
D
Water

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke delen van het voortplantingsstelsel van een man voegen vocht toe aan de zaadcellen waardoor deze beter gaan bewegen?
A
de bijballen en de prostaat
B
de bijballen en de zaadblaasjes
C
de prostaat en de zaadblaasjes
D
de bijballen, de prostaat en de zaadblaasjes

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie delen van het voortplantingsstelsel van de man zijn: de urinebuis, een zaadleider en een zwellichaam.

Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?
A
de urinebuis
B
de zaadleider
C
urinebuis en zaadleider
D
de eileider

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

      Lesdoelen
  • Je kunt benoemen hoe gender en geaardheid kunnen verschillen.
  • Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.

Slide 14 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Geslacht
Geslacht
Het lichaam waarin je bent geboren. Er zijn biologisch 2 uitersten: Man en vrouw. Intersekse betekend dat er je biologisch daar tussenin valt. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gender en geslacht

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gender
Cisgender= geslacht komt overeen met je gevoel (genderidentiteit)
Genderdysforie: Gevoel komt niet overeen met geslacht
--> Transgender

Non-binair: gevoel past niet bij gedragingen 
van één geslacht

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seksuele oriëntatie
Hetero =ongelijk
Homo = Gelijk
Bi = twee
Aseksueel
Panseksueel

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LHBTI(QAPC)
Lesbisch: Een vrouw die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot vrouwen
Homoseksueel: Een man die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot mannen
Biseksueel: Een man of vrouw die zich zowel emotioneel als fysiek aangetrokken voelt tot mannen als vrouwen
Transgender: parapluterm voor mensen die zich niet identificeren met het bij geboorte toegekende geslacht
Intersekse conditie: een parapluterm voor aangeboren condities waarbij het geslacht verschilt van wat medici als norm beschouwen voor mannen- en vrouwenlichamen. Er zijn veel verschillende intersekse-condities

Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel
Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen
Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander
Cisgender: Mensen bij wie het geboortegeslacht overeenkomt met de ervaren genderidentiteit

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Seksualiteit
Onder seksualiteit vallen alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding.

Geslachtsgemeenschap en zelfbevrediging horen bij seksualiteit. 

 Seksualiteit kan verschillende functies hebben voor mensen: lustbeleving, intimiteit en voortplanting.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Intimiteit
Seksualiteit kan een rol spelen bij intimiteit of het onderhouden van een liefdesrelatie.

Je wilt laten blijken dat je iemand leuk vindt of van iemand houdt.


"Intimiteit is een ervaring van verbondenheid tussen mensen of tussen mensen. Deze verbondenheid kan lichamelijk ."

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Orgasme
Orgasme
lekker gevoel door prikkeling 
van de eikel van de penis of 
clitoris

Masturbatie/zelfbevrediging
Bij jezelf zorgen voor een orgasme


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor 'masturbatie'?
A
eisprong
B
ovulatie
C
zelfbevrediging
D
menstruatie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions