Les 37 Montag afsluit K3+K4

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Du hast 3 min für:



  • oortjes uit
  • mobiel in je tas
  • iPad/boeken op tafel
  • ingelogd in LessonUp
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Das Programm
  • Wiederholung K3 + K4
  • An die Arbeit!

Slide 3 - Diapositive

Kapitel 3: Doe je boek A open op blz. 96!
Neem eerst de lernliste op blz 96-98 goed door. Je hebt ongeveer een kwartier daarvoor nodig.
Als je klaar bent, ga dan verder met de oefeningen in deze LessonUp!
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

die Lehrerin
der Test
die Hausaufgaben
die Stunde
die Schule
die Hauptschule
der Lehrer
der Stundenplan
die Realschule
das Heft
das Buch
de leraar
de lerares
het lesrooster
het boek 
het (les)uur
het huiswerk
het schrift
vmbo-t/havo
het vmbo
de school
de toets

Slide 5 - Question de remorquage

die Hausaufgaben
Erdkunde
Biologie
Deutsch
Mathe
Englisch
Geschichte
Sport
Niederländisch
Kunst
Duits
het huiswerk
geschiedenis
tekenen/
handvaardigheid
gym
Wiskunde
aardrijkskunde
Engels
biologie
Nederlands

Slide 6 - Question de remorquage

gehen
machen
schreiben
finden
frei haben
blöd
toll
leicht
schwierig
langweilig
wann
moeilijk
makkelijk
dom, stom
gaan
vinden
leuk
saai
wanneer
schrijven
vrij hebben
maken

Slide 7 - Question de remorquage

am Montag
am Dienstag
am Mittwoch
am Donnerstag
am Freitag
am Samstag
am Sonntag
um ein Uhr
Viertel vor zwei
halb zwei
Viertel nach eins
op woensdag
op maandag
om één uur
op zaterdag
op dinsdag
half twee
op vrijdag
kwart voor twee
op donderdag
kwart over één
op zondag

Slide 8 - Question de remorquage

Rangtelwoorden
Je oefent rangtelwoorden in de volgende slide.

Slide 9 - Diapositive

erste
zweite
dritte
vierte
fünfte
sechste
siebte
achte
neunte
zehnte
derde
zevende
eerste
vijfde
tweede
tiende
vierde
negende
zesde
achtste

Slide 10 - Question de remorquage

der
die
das
vrouwelijke personen/dieren
mannelijke personen/dieren
meervoudsvormen
woordjes die in NL "het" als lidwoord hebben
woordjes die eindigen op: -e / -in, -heit, - keit-schaft

Slide 11 - Question de remorquage

Kapitel 4: Doe je boek open op blz. 132!
Neem eerst de lernliste op blz 132-134  goed door. Je hebt ongeveer een kwartier daarvoor nodig.
Als je klaar bent, ga dan verder met de oefeningen in deze LessonUp!
timer
8:00

Slide 12 - Diapositive

Zoek de juiste vertalingen bij elkaar
die Katze
das Meerschweinchen
der Hund
das Pferd
die Kuh
das Schaf
die Schlange
der Affe
der Fisch
de kat
de koe
de cavia
de hond
het paard
de slang
het schaap
de vis
de aap

Slide 13 - Question de remorquage

Opdracht 2
Welke dieren herken je in de volgende zinnen. 
Schrijf ze in het Nederlands op!
(denk ook aan de meervoudsvorm)

Let op! Schrijf alleen het woord op en niet de hele zin!

Slide 14 - Diapositive

Ich habe das Pferd schon geputzt.

Slide 15 - Question ouverte

Hast du die Affen schon gefüttert?

Slide 16 - Question ouverte

Opdracht 3
Kies de juiste vertaling in het Duits

Slide 17 - Diapositive

schattig
A
machen
B
schätzen
C
dick
D
süß

Slide 18 - Quiz

spelen
A
spühlen
B
spillen
C
spielen
D
spolen

Slide 19 - Quiz

gaan
A
gahn
B
gehen
C
finden
D
bekommen

Slide 20 - Quiz

Opdracht 4
Help!!!!!
Wat betekenen de volgende woorden in het Duits?
Schrijf op!

Slide 21 - Diapositive

aaien

Slide 22 - Question ouverte

erg houden van

Slide 23 - Question ouverte

komen

Slide 24 - Question ouverte

Uitdaging:
Vertaal de volgende zin in het Duits;
Wij spelen buiten.

Slide 25 - Question ouverte

An die Arbeit!
Maak nu de Wiederholung van K3 + K4 op blz. 178-185

Klaar?: Maak de oefentoets op Neue Kontakte.

Slide 26 - Diapositive

Hoe vond je het gaan?
A
heel goed
B
goed
C
moeilijk
D
redelijk

Slide 27 - Quiz

Wat heb jij ervan geleerd?

Slide 28 - Question ouverte

Hoe ben jij aan het werk gegaan?

Slide 29 - Question ouverte

Wat ga jij doen om deze leerstof beter onder de knie te krijgen?

Slide 30 - Question ouverte