Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Het Hart
Slide 1 - Diapositive
Terugblik.....
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Wat weet je al over het hart?
Slide 6 - Carte mentale
Lesdoel
De onderdelen van het hart kunnen benoemen.
Kunnen uitleggen hoe het hart werkt.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Kransslagaders en Kransaders
Het hart gebruikt niet het zuurstof of de voedingstoffen uit het bloed dat het pompt
Het hart heeft wel veel zuurstof en voedingstoffen nodig.
Deze krijgt hij van de kransslagaders.
De afvalstoffen en koolstofdioxide worden weggevoerd door de kransaders.
Verstoppingen van de kransslagaders veroorzaken hartinfarcten.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Hartklep open
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
Open:
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open
Slide 13 - Diapositive
Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
Dicht:
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht
Slide 14 - Diapositive
Halvemaanvormige kleppen open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
Open:
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:
- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open
Slide 15 - Diapositive
Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht
Slide 16 - Diapositive
Nu mogen jullie de telefoon pakken.
timer
0:30
Slide 17 - Diapositive
uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes
Slide 18 - Quiz
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 19 - Question de remorquage
De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders
Slide 20 - Quiz
Een bloedvat heeft overal kleppen. Welk soort bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
Slide 21 - Quiz
Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets
Slide 22 - Quiz
Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn
Slide 23 - Quiz
Wat vind jij van deze manier van les krijgen?
A
Leuk
B
Ik vond het eerst leuker, nu is er niks aan
C
Beter dan eerst, maar niet echt leuk
D
Verschrikkelijk
Slide 24 - Quiz
Telefoons weg!
Slide 25 - Diapositive
Aan het (huis)werk
Lesstof thema 3.3 lezen
opdrachten maken
Voor volgende les moet 3.3 af zijn (blz 79 en 80). Noteer dit nu in je agenda.
timer
10:00
Slide 26 - Diapositive
Nu mogen jullie de telefoon pakken.
timer
0:30
Slide 27 - Diapositive
hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 28 - Quiz
De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt
Slide 29 - Quiz
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 30 - Quiz
hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maan vormige kleppen
B
aderkleppen
C
hartkleppen
D
bloedkleppen
Slide 31 - Quiz
Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta
Slide 32 - Quiz
Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen
Slide 33 - Quiz
Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand
Slide 34 - Quiz
7 en 8
A
7: linker boezem
8: kransaders
B
7: rechter kamer
8: kransslagaders
C
7: rechter boezem
8: kransaders
D
7: rechter boezem
8: kransslagaders
Slide 35 - Quiz
Telefoons weg!
Slide 36 - Diapositive
www.classroomscreen.com
Slide 37 - Lien
Slide 38 - Vidéo
noem 3 adviezen voor een gezonde leefwijze
A
wel roken, veel alcohol, eet ongezond en altijd hetzelfde
B
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd, beweeg weinig
C
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd
D
niet roken, weinig bewegen, weinig alcohol
Slide 39 - Quiz
1 en 2
A
1: Aorta
2: longslagader
B
1: Aorta
2: longader
C
1: Ader
2: longslagader
D
1: Slagader
2: longader
Slide 40 - Quiz
Welke kleppen hebben geen nummer?
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen
Slide 41 - Quiz
De kleppen zonder nummer gaan open als de kamers samentrekken
A
ja
B
nee
C
nee, ze staan altijd open
D
nee ze zijn nooit open
Slide 42 - Quiz
De kleppen zonder nummer voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems
A
ja
B
nee
Slide 43 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 44 - Quiz
3 en 4
A
3: onderste holle aders
4: longaders
B
3: bovenste holle aders
4: longslagaders
C
3: onderste holle aders
4: longslagaders
D
3: bovenste holle aders
4: longaders
Slide 45 - Quiz
5 en 6
A
5: rechter boezem
6: kransaders
B
5: rechter kamer
6: kransslagaders
C
5: linker kamer
6: kransaders
D
5: linker boezem
6: kransslagaders
Slide 46 - Quiz
9 en 10
A
9: aorta
10: rechter kamer
B
9: onderste holle ader
10: linker kamer
C
9: bovenste holle ader
10: linker boezem
D
9: onderste holle ader
10: rechter kamer
Slide 47 - Quiz
Nr. 8
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen
Slide 48 - Quiz
De kleppen nr 8. voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems als ze gesloten zijn