Les 18- Taal - §6 Uitdrukkingen en collocaties - 2V

Les 18- Taal - §6 Uitdrukkingen en collocaties
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Les 18- Taal - §6 Uitdrukkingen en collocaties

Slide 1 - Diapositive

Hallo 2Vd
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en ga lezen in je leesboek
timer
10:00
Wat gaan we doen vandaag?
  • 10 min lezen
  • huiswerk nakijken
  • samen aan opdrachten werken
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Nakijken cursus 4 - §2 - P. 92-93

Slide 3 - Diapositive

Nakijken cursus 5 - §4 P. 213

Slide 4 - Diapositive

cursus 4 - §2 - P. 92-93

Slide 5 - Diapositive

cursus 4 - §2 - P. 92-93

Slide 6 - Diapositive

We lezen tekst 1: Uitdrukkingen zijn springlevend
Lees mee op je blad met tekst 1

Je mag ook van het scherm meelezen, maar zo meteen heb je het blad nodig om dingen te onderstrepen.

Slide 7 - Diapositive

Tekst 1 - Uitdrukkingen zijn springlevend

(1) ‘Daar heb ik geen kaas van gegeten.’ ‘Had jij dat in de smiezen?’ ‘Nu komt de aap uit de mouw!’
Spreekwoorden en gezegden gebruiken we de hele dag door, vaak zonder dat we er erg in hebben. Toch is er weinig bekend over de manier waarop we ze leren, hoe ze opgeslagen zijn in onze hersenen en of er grote verschillen zijn in het aantal uitdrukkingen dat Nederlanders kennen. Daarom hebben taalwetenschappers Simone Sprenger en Jacolien van Rij van de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek gedaan naar uitdrukkingen in het Nederlands.

Slide 8 - Diapositive

(2) De onderzoekers gebruiken ‘uitdrukkingen’ als overkoepelende term voor spreekwoorden en gezegden of alleen voor gezegden. Gezegden zijn vaste verbindingen van woorden die voorkomen in een lopende zin, zoals ‘in de gaten houden’ voorkomt in de zin Houd jij de kinderen in de gaten?. Spreekwoorden zijn wel een zin op zichzelf: Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding. Met name die spreekwoorden lijken een beetje op hun retour.

Slide 9 - Diapositive

(3) ‘Misschien komt het doordat we zo’n spreekwoord eerder als ouderwets ervaren’, suggereert Van Rij. ‘Het heeft ook wel iets belerends’, zegt Sprenger. ‘Een gezegde kun je makkelijker inbouwen in een willekeurige zin: Tijdens de zwemles hield de badmeester de kinderen in de gaten. Dat valt ook minder op.’ Het verklaart waarom we aan de lopende band uitdrukkingen gebruiken zonder het door te hebben.

Slide 10 - Diapositive

(4) Welke uitdrukkingen zijn een lang leven beschoren? Ook die vraag hebben de onderzoekers proberen te beantwoorden, in eerste instantie door drie categorieën met elkaar te vergelijken: uitdrukkingen afkomstig uit de scheepvaart, Bijbelse uitdrukkingen en uitdrukkingen waarin lichaamsdelen voorkomen. Daar was een duidelijk patroon in te ontdekken: ‘scheepvaart’ scoorde over het algemeen slecht, maar wel beter onder ouderen, en ‘lichaamsdelen’ deden het ontzettend goed.

Slide 11 - Diapositive

(5) Van Rij: ‘In scheepvaartuitdrukkingen komen woorden voor waarvan we de betekenis niet meer kennen, zoals een ‘‘modderschuit’’ in Dat is een vlag op een modderschuit. Daardoor zijn ze wellicht moeilijker te onthouden. Een uitdrukking als met beide benen op de grond staan daarentegen is meteen duidelijk.’

Slide 12 - Diapositive

(6) De Bijbelse uitdrukkingen waren onder jongeren weinig bekend, maar onder ouderen des te meer. Mogelijk speelt de ontkerkelijking hierin een rol. ‘Aan de andere kant zijn die Bijbelse uitdrukkingen echt deel gaan uitmaken van onze cultuur; denk aan uitdrukkingen als in zak en as zitten of de zondebok zijn. We gebruiken ze vaak ook onbewust’, zegt Van Rij. ‘Die Bijbelse uitdrukkingen vind je in veel talen terug’, voegt Sprenger toe. ‘Dat verklaart ook dat ze bekend zijn onder zowel Nederlanders als Vlamingen. Voor de andere uitdrukkingen zaten ze minder op één lijn. Nederlanders kennen helemaal geen Vlaamse uitdrukkingen en Vlamingen kennen de Nederlandse uitdrukkingen ook minder goed.’

Slide 13 - Diapositive

(7) Die Bijbelse uitdrukkingen laten nog iets anders zien, namelijk dat uitdrukkingen al heel lang bestaan. Bovendien komen ze in alle talen voor. Ze voegen dus echt iets toe aan de taal, en de onderzoekers denken daarom niet dat ze ooit uit onze taal verdwijnen. Sprenger: ‘Uitdrukkingen geven meer speelruimte om dingen te zeggen. Het is minder letterlijk, meer omfloerst. Dat maakt ze heel nuttig. Ook uit dit onderzoek blijkt weer dat mensen ze volop kennen en gebruiken. Ze zijn springlevend.’

Naar: Mathilde Jansen, nemokennislink.nl

Slide 14 - Diapositive

Onderstreep of markeer nu een aantal uitdrukkingen die je tegen bent gekomen in de tekst. 
timer
4:00

Slide 15 - Diapositive

Vertaal de uitdrukking ‘daar heb ik geen kaas van gegeten’ in een van de talen die je leert op school.
Wat valt je op?

Schrijf de antwoorden in je schrift.

Slide 16 - Diapositive

Vertaal de uitdrukking ‘daar heb ik geen kaas van gegeten’ in een van de talen die je leert op school.
Wat valt je op?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe komt het dat uitdrukkingen vaak moeilijk te begrijpen zijn voor sprekers van een andere taal?
Noem twee oorzaken.

Schrijf de antwoorden in je schrift.

Slide 18 - Diapositive

Hoe komt het dat uitdrukkingen vaak moeilijk te begrijpen zijn voor sprekers van een andere taal?
Noem twee oorzaken.

Slide 19 - Question ouverte

Hoe komt het dat uitdrukkingen vaak moeilijk te begrijpen zijn voor sprekers van een andere taal?
Noem twee oorzaken.

Slide 20 - Question ouverte

uitdrukkingen
    
ergens geen kaas van gegeten hebben 


iets/iemand in de smiezen hebben


Nu komt de aap uit de mouw.   


ergens geen erg in hebben   


Slide 21 - Diapositive

uitdrukkingen
    
ergens geen kaas van gegeten hebben 
ergens geen verstand van hebben

iets/iemand in de smiezen hebben
iets/iemand snappen of doorhebben

Nu komt de aap uit de mouw.   
Nu wordt duidelijk wat iemands ware bedoeling of karakter is.

ergens geen erg in hebben   
iets niet opmerken

Slide 22 - Diapositive

iets in de gaten houden    


Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.   


op zijn retour zijn    


aan de lopende band   


een lang leven beschoren zijn   


Slide 23 - Diapositive

iets in de gaten houden    
iets blijven observeren

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.   
Wat lelijk of slecht is, maak je niet mooi of goed door verhullende versieringen.

op zijn retour zijn    
minder gaan presteren; achteruit gaan

aan de lopende band   
aan één stuk door; steeds maar weer

een lang leven beschoren zijn   
lang blijven bestaan

Slide 24 - Diapositive

een vlag op een modderschuit


met beide benen op de grond staan   


speelruimte geven   


Slide 25 - Diapositive

een vlag op een modderschuit
een element dat heel mooi is in vergelijking met de rest

met beide benen op de grond staan   
nuchter, reëel zijn

speelruimte geven   
ruimte geven voor enige vrijheid van beweging of handeling

Slide 26 - Diapositive

We bekijken videofragment 1

Slide 27 - Diapositive

Je zag fragment 1 waarin de rapgroep De Likt de opdracht krijgt om een uitdrukking te bedenken. Wat zijn volgens jou de kenmerken van een goede uitdrukking?

Slide 28 - Question ouverte

We bekijken videofragment 2

Slide 29 - Diapositive

Je zag fragment 2 waarin de rapgroep de nieuwe uitdrukking onthult. Denk je dat deze uitdrukking het woordenboek gaat halen?

Slide 30 - Question ouverte

Collocatie:
kleine, vaste woordgroep
Voorbeeld: woordgroepen als 'tafel dekken' en 'halsbrekende toeren', 'een aanbod accepteren of afslaan', 'spelers fanatiek of enthousiast aanmoedigen', 'rekenen op', 'huiswerk maken', 'boodschappen doen' zijn collocaties.

Slide 31 - Diapositive

Zelf oefenen
Taal §6 Uitdrukkingen en collocaties
Wat: Maak maak opdracht 3 en 4 op p 92-93.
Klaar? Zie de rode cirkel op deze dia.
Hoe:  Individueel in je schrift. 
Hulp: Theorie uit je boek,  betekenissenlijst, docent.
Tijd: 15 min.
Uitkomst: Geoefend met uitdrukkingen en collocaties.
Klaar?
Lezen in je leesboek
of huiswerk
timer
15:00

Slide 32 - Diapositive

Ga nu naar de digitale methode online en maak opdracht 3 en 4 die klaarstaan in de planning.

Slide 33 - Diapositive