BK Ordenen basisstof 4 (Schimmels) 5 (Bacteriën)

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Terugkijken naar basisstof 1, 2 en 3
- Uitleg basisstof 4: Schimmels
- Uitleg basisstof 5: Bacteriën
- Maken van de opdrachten.



Slide 2 - Diapositive

Zaadplanten
  • Wortels, stengels, bladeren
  • Wel bloemen
  • Voortplanting door zaden


Slide 3 - Diapositive

Sporenplanten
  • Wortels, stengels, bladeren
  • geen bloemen
  • Voortplanting door sporen
  • Indeling:

      - Mossen (haarmos)

      - Paardenstaarten (heermoes)

      - Varens (mannetjesvaren)

Slide 4 - Diapositive

Organismen worden ingedeeld in de vier grote groepen: bacteriën, schimmels, planten en dieren
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Ordenen is het indelen van een verzameling in groepen
A
Ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Van welk organisme zie je hier de cellen?
A
Schimmels
B
Planten
C
Dieren
D
Bacterieën

Slide 7 - Quiz

Plant
Dier
Schimmel
Bacterie

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de benaming van de groep naar het juiste plaatje.
Reptiel
Zoogdier
Vogel
Vis
Amfibie

Slide 9 - Question de remorquage

Een dier heeft de volgende kenmerken:
- hij haalt adem via de kieuwen
- hij heeft een huid bedekt met schubben en slijm
- hij legt eieren zonder schaal
WAT VOOR DIER IS DIT?
A
een amfibie
B
een reptiel
C
een vis
D
een vogel

Slide 10 - Quiz

Vis
Vogel
Zoogdier
Reptiel
Amfibie
Sleep de juiste huid naar het juiste dier.

Slide 11 - Question de remorquage

Deel maar in!
Mossen
Varens
Zaad-
planten

Slide 12 - Question de remorquage

Welke dieren zijn gewervelde dieren?
Er zijn 2 antwoorden goed.
A
inktvis
B
krokodil
C
regenworm
D
slang

Slide 13 - Quiz

Welke soort voortplanting hoort bij welke stam?
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Vissen
Zoogdieren

Slide 14 - Question de remorquage

In welke groep(en) halen de dieren adem met longen?
12
A
alleen zoogdieren
B
vogels en zoogdieren
C
reptielen, vogels en zoogdieren
D
amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren

Slide 15 - Quiz

Wanneer kun je met zekerheid zeggen dat deze honden tot dezelfde soort horen?
A
Als ze zich kunnen voortplanten.
B
Als de uiterlijke kenmerken genoeg overeenkomen
C
Als ze in hetzelfde gebied voorkomen.
D
Als ze voor vruchtbare nakomelingen kunnen zorgen.

Slide 16 - Quiz

Het rijk van de schimmels 
Biologen hebben al 100 000 soorten schimmels ontdekt, maar er zijn misschien wel 1,5 miljoen soorten. 

 Sommige schimmels zijn schadelijk, maar andere zijn nuttig.

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt de bouw en voortplanting van schimmels beschrijven.
 
Je kunt gevaren en gebruik van schimmels noemen.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

De bouw van schimmels
De cel heeft
  • een celkern
  • een celwand
  • geen bladgroenkorrels

Slide 20 - Diapositive

Schimmels
  • opgebouwd uit lange, dunne draden. Die heten schimmeldraden.
  • aan het einde zitten sporen 
  • planten zich voort door sporen

Slide 21 - Diapositive

Paddenstoelen zijn voortplantingsorganen van schimmels

Slide 22 - Diapositive

Nuttig
  • ruimen dode resten op van organismen
  • van de penseelschimmel wordt antibiotica ( penicilline) gemaakt
  • sommige paddenstoelen kun je eten

Slide 23 - Diapositive

Schadelijke schimmels
  • kunnen voedsel bederven
  • veroorzaken zwemmerseczeem

Slide 24 - Diapositive

Bereiding van voedsel
  • gist in brood
  • franse schimmelkaas
  • bier
  • wijn

Slide 25 - Diapositive

Hebben schimmels een celkern?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Een spore is
A
een celwand
B
een cel waaruit een nieuwe schimmel kan groeien
C
een celkern
D
een zaadplant

Slide 27 - Quiz

Zijn sommige schimmels nuttig?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Gist is een schimmel.
Voor de bereiding van brood gebruiken we gist
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Schimmels horen bij het rijk van planten
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

D1ATh3 Ordenen
 B3: Bacteriën
BACTERIËN
Zonder microscoop kun je ze niet zien. Toch zijn bacteriën overal. 
Sommige zijn schadelijk, maar veel bacteriën zijn nuttig

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Vidéo

Leerdoelen 
  •  Je kunt de bouw en voortplanting van bacteriën beschrijven.
  •  Je kunt gevaren en gebruik van bacteriën noemen. 

Slide 34 - Diapositive

De bouw van bacteriën
- één cel 
- hebben een celwand 
- geen celkern

Slide 35 - Diapositive

Voortplanting bacteriën

Slide 36 - Diapositive

Nuttige bacteriën 

Slide 37 - Diapositive

Nuttige bacteriën en schimmels

Slide 38 - Diapositive

Nuttige en schadelijke bacteriën

Schadelijke bacteriën


Ze kunnen ons besmetten en ziek maken. 

Als je er ziek van bent krijg je van de dokter  antibiotica 

Slide 39 - Diapositive

Kunnen bacteriën worden gebruikt voor het bereiden van voedsel?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quiz

Met welke organisme wordt yoghurt gemaakt?
A
bacterien
B
schimmels

Slide 41 - Quiz

Welk voedingsmiddel wordt gemaakt met behulp van bacteriën?
A
Brie
B
Brood
C
Zuurkool
D
Wijn

Slide 42 - Quiz

In welk rijk vindt voortplanting plaats door middel van deling?
A
dieren
B
planten
C
bacterien
D
schimmels

Slide 43 - Quiz

Nuttige bacteriën
Schadelijke bacteriën

Slide 44 - Question de remorquage

To do: 
1B en 1K: Online opdrachten maken basisstof 4 schimmels en basisstof 5 bacteriën.
1B: Maak opdracht 2 van basisstof 4 in je boek.
Maak opdracht 5 van basisstof 5 in je boek.
1B en 1K: Klaar?  
- Maak de Test Jezelf van 4 en 5
- Maak de flitskaarten en de oefentoetsen van 4 en 5
 

Slide 45 - Diapositive