2BL_Thema 2| Bs. 4 Het verteringsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Wat wordt er van jullie verwacht?

• Dat je bij binnenkomst je jas uittrekt.
• Dat je spullen in orde zijn en je deze op tafel legt
• Je telefoon op stil in je tas stopt
• Je stil bent tijdens de uitleg
• Je vinger opsteekt als je wat wil zeggen
• Je naar elkaar luistert, want je hebt respect voor elkaar

Planning 

Terugblik vorige basisstof

Uitleg Deel van Bs. 4 Verteringsstelsel

Zelf aan de slag

Afsluiting 

- vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof die onder de huid wordt opgeslagen:............................

- bouwstof en vervoer van stoffen:............................

- bouwstof en beschermende stof, bijvoorbeeld om goed te kunnen zien: ............................

- vooral bouwstof, ook brandstof en reservestof:............................

- bouwstof en beschermende stof, bijvoorbeeld kalkzouten voor de opbouw van botten:............................

- vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof, bijvoorbeeld suikers en zetmeel:............................

Sleep de voedingsstof naar de juiste beschrijving

vetten

water

vitaminen

eiwitten

mineralen

koolhydraten

Bs. 4 Het verteringsstelsel

Leerdoelen

• Je kunt de onderdelen van het verteringsstelsel noemen.
• Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
• Je kunt de functie van verteringssappen en enzymen noemen.
• Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven.

Waar komt het eten terecht nadat je het hebt ingeslikt?

0

Verteringsstelsel

de vetering begint bij de mond en eindigt bij de kont (24-28 uur)

De route van het voedsel is als volgt: mondholte-slokdarm-maag-twaalfvingerige darm- dunne darm-dikke darm- endeldarm- anus.

Verteringsstelsel

Neem de onderdelen door.

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 

Dunne darm

Slokdarm

Endeldarm

Dikke darm

Twaalfvingerige
darm

Maag

Aan de slag

Begrippenlijst maken:

bs. 1 t/m 3

De begrippenlijst

Bs. 1: Voedingsmiddelen, plantaardige voedingsmiddelen, dierlijke voedingsmiddelen, voedingsstoffen, brandstoffen, bouwstoffen, beschermende stoffen, reservestof

Bs. 2: Eiwitten, vetten, koolhydraten, water, mineralen, vitaminen.

Bs. 3: Joodoplossing

Vervolg Bs. 4

Het verteringsstelsel

Noteer de weg die het eten aflegt van mondholte tot anus.

0

 Mondholte 

Vertering start in de mond. 

Vertering is het afbreken van voedsel in kleine deeltjes. 

In de mond liggen speekselklieren die verteringssappen maken met daarin enzymen -->  speeksel

Enzymen: stoffen die de vertering versnellen.

Voedingsvezels

Voedingsvezels: delen van planten die je lichaam niet kan verteren.

Is  GEEEEEEEENNN voedingsstof!!!

Waar is het dan goed voor?

Darmperistaltiek

Darmperistaltiek

Functie: voedsel wordt gekneed en gemengd met verteringssappen

Spieren in de darmwand kunnen achter een voedselbrok samenknijpen = darmperistaltiek

Opdracht

Wat: Maak een poster waarin duidelijk wordt wat er gebeurt van mond tot anus met voedsel

Hoe: Alleen of in tweetallen

Hulp:  Gebruik je (online)handboek

Tijd: 15 min. volgende les gaan we ermee door+ presenteren

Klaar: Maak de begrippenlijst af van bs. 1 t/m 4

5 Verteringsklieren

• De speekselklieren in de mondholte

• De maagsapklieren in de maagwand

• De lever

• De alvleesklier

• De darmsapklieren in de dunne darm

Maag

Functie: Opslag plaats voor voedsel.

In de wand van de maag zitten maagsapklieren deze produceren maagsap. Maagsap breekt eiwitten af.

Twaalfvingerige darm

Hier komen verteringssappen uit de lever en alvleesklier bij

Lever

De lever produceert gal.

Het gemaakte gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas. 

via de galbuis komt het gal in de twaalfvingerige darm 

Alvleesklier

De alvleesklier produceert alvleessap.

Alvleessap breekt eiwitten, koolhydraten en vetten af.

Dunne darm

Functie: Opnemen van voedingsstoffen in het bloed 

Heeft ook darmsappen voor de vertering. 

Door de dunne darmwand gaan de voedingsstoffen naar het bloed.

Dikke darm 

Functie: Haalt water uit de voedselbrij.

Endeldarm

Functie:  Opslag plek voor de onverteerde resten.

Bijvoorbeeld voedingsvezels.

Anus: (kringspier) waar de ontlasting uit komt.