Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spelling: Lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
Spelling uitleg woordsoorten
In deze les oefen je opnieuw met de woordsoorten.
Ondertussen kennen we :
het werkwoord
het lidwoord
het zelfstandig naamwoord
1 / 13
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spelling
Basisschool
Groep 5
Cette leçon contient
13 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spelling uitleg woordsoorten
In deze les oefen je opnieuw met de woordsoorten.
Ondertussen kennen we :
het werkwoord
het lidwoord
het zelfstandig naamwoord
Slide 1 - Diapositive
Het werkwoord
Een werkwoord zegt wat een mens, dier of ding doet of wat er gebeurt.
Het is dus altijd iets wat je kunt doen!
Bijvoorbeeld:
Juf maakt een mooie tekening.
Wat doet juf? Ze
maakt
iets.
Maakt
is dus het werkwoord in de zin.
Slide 2 - Diapositive
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
Enzo legt de bal neer.
A
Enzo
B
legt
C
de
D
bal
Slide 3 - Quiz
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
Eva en Joep eten de warme soep.
A
Eva en Joep
B
warme
C
eten
D
soep
Slide 4 - Quiz
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
Morgen spelen Ivo en Cees in de zandbak.
A
morgen
B
zandbak
C
Ivo en Cees
D
spelen
Slide 5 - Quiz
Het lidwoord
Het lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord. Het staat voor een zelfstandig naamwoord.
Er zijn 3 lidwoorden:
de
het
een
Slide 6 - Diapositive
Wat is het lidwoord in de volgende zin?
Eva en Joep eten de warme soep.
A
Eva
B
en
C
eten
D
de
Slide 7 - Quiz
Wat is het lidwoord in de volgende zin?
Liz houdt van het mooie weer.
A
Liz
B
houdt
C
van
D
het
Slide 8 - Quiz
Wat is het lidwoord in de volgende zin?
Wie heeft er een vraag?
A
Wie
B
heeft
C
er
D
een
Slide 9 - Quiz
Het zelfstandig naamwoord
Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. Je kunt er een lidwoord voor zetten.
mens
dier
ding
Hij heeft een voetbal.
Voetbal is het zelfstandig naamwoord.
Slide 10 - Diapositive
Wat is het zelfstandig naamwoord in de volgende zin?
Hij vangt een grote vis.
A
vangt
B
een
C
grote
D
vis
Slide 11 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord in de volgende zin?
We liggen op de grond.
A
we
B
liggen
C
op
D
grond
Slide 12 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord in de volgende zin?
Hij loopt snel naar de man.
A
hij
B
man
C
loopt
D
snel
Slide 13 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling: Lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
il y a 15 jours
- Leçon avec
19 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
Spelling: Lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
Avril 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
Spelling: Lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
Blok 7
Avril 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 2,4
W1 - NE C: herhaling woordleer
Août 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
W1 - NE C: herhaling woordleer
Novembre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Ontdek de Wereld van Woordsoorten!
Mai 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Oefentoets taalverzorging mh1
Février 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1