4.3 Europa: verenigd in verscheidenheid

4.3 Europa: verenigd in verscheidenheid
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.3 Europa: verenigd in verscheidenheid

Slide 1 - Diapositive

Mensen trokken van de stad naar het platteland na de val van de Muur
A
Urbanisatie
B
Re-urbanisatie
C
Sub-urbanisatie

Slide 2 - Quiz

Het CBD heeft vooral een....
A
woonfunctie
B
recreatiefunctie
C
werkfunctie

Slide 3 - Quiz

Welk beroep valt onder de quartaire sector?
A
Melkveehouder
B
Treinmachinist
C
Docent aardrijkskunde
D
Lasser in staalfabriek

Slide 4 - Quiz

De primaire sector is..?
A
De industrie
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs

Slide 5 - Quiz

Wat is een hightechindustrie?
A
Een plek van waaruit auto onderdelen worden verspreid
B
Een bedrijventerrein
C
Industrie waarvoor hoogstaande technische kennis nodig is
D
Industrie waar alleen maar robots in werken

Slide 6 - Quiz

Lichte industrie
A
Kant en klare eindproducten
B
Producten die nog bewerkt moeten

Slide 7 - Quiz

Europese eenwording
1951
EGKS
Europese Gemeenschap van Kolen en Staal
1957
EEG
Europese Economische Gemeenschap
1992
EU
Europese Unie
2002
Invoering Euro

Slide 8 - Diapositive

Europese eenwording
  • Na een eeuw vol oorlogen en economische crisis in Europa besloot een aantal landen te gaan samenwerken. 
  • De EEG Europese Economische Gemeenschap. 
  • Doel: voorkomen van meer verwoesting en oorlog
  • Groeide later uit tot de Europese Unie
  • Door de jaren heen kwamen er steeds meer landen bij.
 (27 landen) 

Slide 9 - Diapositive

EEG
EEG 1958
Europese Economische Gemeenschap
Landbouw
Handel
Transport

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Slide 12 - Quiz

Wat is multicultureel?
A
Veel mensen die vlak bij elkaar wonen.
B
Veer verschillende culturen in een land.
C
Dat mensen meer culturen kunnen hebben.
D
Een cultuur die veel in een land voorkomt.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat zou de spotprent op de vorige slide betekenen?

Slide 16 - Question ouverte

Verenigd in Verscheidenheid

Slide 17 - Diapositive

Interne markt
Binnen de EU zijn de economische grenzen vervallen, waardoor de lidstaten samen een interne markt vormen. Dat is goed voor de onderlinge handel.

Dat doen ze door... 






Slide 18 - Diapositive

Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:






vrij verkeer van goederen en diensten
vrijhandel tussen de EU-landen. Je mag vrij goederen en diensten importeren en exporteren binnen EU-landen. Je hoeft bijvoorbeeld geen belasting (invoerrechten) te betalen.

vrij verkeer van personen
Inwoners van een EU-land mogen in een ander EU-land werken en wonen.

Slide 19 - Diapositive

Eenheid
  •  In de lidstaten wonen veel verschillende volken met een eigen cultuur
  • Daarom is de Europese Unie: Multicultureel
  • Toch willen ze een eenheid zijn. 
  • De EU is voornamelijk een economische machtsblok
       Gegroeid door handel
  • Om handel te helpen hebben ze de onderlinge 
        grenzen weggehaald: Schengenlanden
  • Gezamenlijke afspraken over visumbeleid, 
       asielbeleid en politie en justitie

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Migratie
De economische verschillen binnen Europa hebben grote demografische gevolgen. Veel migratie van het oosten van Europa naar het westen.
  • Emigratie en immigratie
  • Vergrijzing: vertrek van jongeren plattelandsgebieden
  • Ontgroening: Minder geboortes afname van jongeren

Slide 23 - Diapositive

vergrijzing


A
Stijging van het percentage mensen boven de 65 jaar.
B
Stijging van het percentage mensen boven de 60 jaar.
C
Stijging van het percentage mensen boven de 70 jaar.
D
Stijging van het percentage mensen boven de 67 jaar.

Slide 24 - Quiz