Feit of mening?

Feit of mening?
Doel van de les:
Ik kan een feit en mening herkennen in een tekst.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Feit of mening?
Doel van de les:
Ik kan een feit en mening herkennen in een tekst.

Slide 1 - Diapositive

Feit
Feit: Iets wat echt waar is of wat echt gebeurd is.
Een feit kun je controleren!

Voorbeelden:
In een Snickers zitten 321 caloriën.
Leeuwarden is de hoofdstad van Friesland.


Slide 2 - Diapositive

Mening
Mening: wat je van iets of iemand vindt.

Voorbeelden:
Ik vind wielrennen een gave sport.
Op YouTube staan alleen maar saaie filmpjes.

Slide 3 - Diapositive

Ik ga met plezier naar school.
A
Feit
B
Mening

Slide 4 - Quiz

Donald Trump is de president van de Verenigde Staten.
A
Feit
B
Mening

Slide 5 - Quiz

Barack Obama heeft het goed gedaan als president.
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quiz

Amsterdam is een grote stad.
A
Feit
B
Mening

Slide 7 - Quiz

De afstand tussen Groningen en Rotterdam is 246 kilometer.
A
Feit
B
Mening

Slide 8 - Quiz

Herken de mening
Met de auto naar Maastricht duurt lang.
Ik heb zin in de zomervakantie.

Mijn favoriete kleur is groen.
Meester Gert-Jan geeft leuke lessen.
Ik ga erg laat naar bed.

Slide 9 - Diapositive

Aan welk woord herken je de mening?
Jim gaat graag naar zijn oma.
A
Jim
B
gaat
C
graag
D
oma

Slide 10 - Quiz

Aan welk woord herken je de mening?
Het gezellige feestje begint om 4 uur.
A
gezellige
B
feestje
C
begint
D
4 uur

Slide 11 - Quiz

Aan welk woord herken je de mening?
Het ticket voor de bioscoop is goedkoop.
A
het ticket
B
de bioscoop
C
is
D
goedkoop

Slide 12 - Quiz


Slide 13 - Diapositive

Noteer een krantenkop uit de Kidsweek die een mening bevat.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer een krantenkop met alleen feiten uit de Kidsweek.

Slide 15 - Question ouverte

Feit of mening?
Doel van de les:
Ik kan een feit en mening herkennen in een tekst.

Slide 16 - Diapositive

En nu jij ... les 17 ...

Lees bladzijden 42 en 43 uit het bronnenboek van Blits.
Maak vervolgens les 17 in het werkboek met behulp van de bronnen op bladzijde 44 uit het bronnenboek.

Slide 17 - Diapositive