Spelling - werkwoorden - les 4.8 - bijv.gebr.vdw

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

deze les:
  • stillezen (5 min.)
  • herhalen pv t.t. + pv v.t. + v.dw in werkboek (15 min.)
  • uitleg: bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (10 min.)
  • zelfstandig werken (10 min.)
  • afronden les ( 5 min.)

Slide 4 - Diapositive

Spelling 4.8

Slide 5 - Diapositive

Vorige lessen:
  • persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • persoonsvorm verleden tijd :                       sterke en zwakke werkwoorden
  • voltooid deelwoord
  • splitsbare werkwoorden

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Maken: hoofdstuk 4- les 4.8 spelling - opd. 1 t/m 4
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

nakijken opd. 1
voorgesneden - kortingssticker
gebakken - winkelschappen
geproduceerde - voedselverspilling
geregistreerde - overgebleven
gewenste - afgesproken
betaalde - geredde
verkochte - 





Slide 9 - Diapositive

Doel van deze les
  • het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord in de zin?

Ze waren de weg kwijtgeraakt.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

de .............................. (kwijtraken) kinderen

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord in de zin?

De stratenmaker heeft met klinkers de straat verbreed.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

de .............................. (verbreden) straat

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord in de zin?

Die appel is helemaal verrot!

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

de ............................ (verrotten) appel

Slide 17 - Question ouverte

Björn heeft geld _____ van zijn vriend. (lenen)

Slide 18 - Question ouverte

het .............. (lenen) geld

Slide 19 - Question ouverte

Maken: hoofdstuk 4- les 4.8 spelling - opd. 5 t/m 7
timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Afsluiting

  • Huiswerk: les 4.8 opd. 1 t/m 7 afmaken
  • Volgende les: les 5.8 - herhalen alle werkwoordsvormen

Slide 22 - Diapositive

Vul in:
snoepen - ik
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 23 - Question ouverte

Vul in:
koken - hij
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 24 - Question ouverte

Vul in:
stapelen - zij
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 25 - Question ouverte

Vul in:
rennen - de jongen
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 26 - Question ouverte