1. wat is het standpunt en wat is het argument

zoek het standpunt
lesdoel: je kunt het standpunt en argument in een zin vinden.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

zoek het standpunt
lesdoel: je kunt het standpunt en argument in een zin vinden.

Slide 1 - Diapositive

Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.

Wat is het argument?
A
je moet je warm kleden als je de deur uitgaat.
B
want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.

Slide 2 - Quiz

Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.

Is het een subjectief of een objectief argument?
A
objectief
B
subjectief

Slide 3 - Quiz

Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden. Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen.

Wat is het standpunt?
A
Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden.
B
Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen.

Slide 4 - Quiz

Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou. Jij bent immers dol op natuurfilms.

Wat is het argument?
A
Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou.
B
Jij bent immers dol op natuurfilms.

Slide 5 - Quiz

Wat is het argument?
Parijs heeft de mooiste musea van de wereld. Ik ga graag naar Parijs.
A
Parijs heeft de mooiste musea
B
Ik ga graag naar Parijs

Slide 6 - Quiz

Je moet goed leren, morgen heb je een toets.

In welke volgorde staan de zinnen?
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 7 - Quiz

Stilzitten is erg ongezond, dus bij een kernles zou iedereen even een rondje moeten kunnen lopen.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 8 - Quiz

Zonder financiële bijdrage van de overheid zal het aantal schaakclubs snel dalen. De overheid zal uiteindelijk toch wel over de brug komen.
In welke volgorde staan de zinnen?
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 9 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als programmeur, want hij heeft al 17 jaar werkervaring. Bovendien werkte hij hiervoor in dezelfde functie bij Nintendo.

In welke volgorde staan de zinnen?
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument - argument
C
argument - standpunt - standpunt
D
standpunt -argument - standpunt

Slide 10 - Quiz

Lezen vermindert stress en je traint je concentratievermogen. Lezen is goed voor je.

In welke volgorde staan de zinnen?
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 11 - Quiz

Drugs moeten helemaal gelegaliseerd worden. Dan daalt de criminaliteit.

In welke volgorde staan de zinnen?
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 12 - Quiz

Je bent verkouden, je kunt maar beter een paracetamol nemen.
In welke volgorde staan de zinnen?
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 13 - Quiz

Het is verstandig je regenjas mee te nemen, het regent.
In welke volgorde staan de zinnen?
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 14 - Quiz

Mensen kunnen beter met de trein op vakantie gaan dan met het vliegtuig. Met de trein reizen is beter voor het klimaat.
In welke volgorde staan de zinnen?
A
Standpunt - Argument
B
Argument - Standpunt

Slide 15 - Quiz

EINDE

Slide 16 - Diapositive