Present Continuous

English class
Friday, february 2, 2024
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

English class
Friday, february 2, 2024

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen deze twee zinnen?


I walk to school.

I am walking to school.

Slide 2 - Diapositive

I walk to school


Gewoonte: ik ga normaal gesproken lopend naar school. 

Present simple

Slide 3 - Diapositive

I am walking to school


Als je het op dit moment aan het doen bent: het duurt even (vandaar de duurvorm). 

Present continuous. 

Slide 4 - Diapositive

De present continuous
  • Lesdoelen: aan het eind van deze les:
  • Weet je wanneer je de Present Continuous gebruikt. 
  • Weet je hoe je de 'Present Continuous' vormt.
  • Kun je de 'Present Continuous' gebruiken

Slide 5 - Diapositive

De present continuous
  • Gebruik je om te zeggen dat iets nu gebeurt en een tijdje aan de gang is (duurvorm). 

Slide 6 - Diapositive

  • I am teaching right now.
  • You are listening to me right now.
  • The sun is not shining at the moment.

Slide 7 - Diapositive

Hoe vorm je de present continuous?
Onderwerp
Vorm van To Be
Werkwoord + ING
Rest van de zin
I
am
walking
to school. 
You
are
doing
your homework
He/She/It
is
drinking
water. 
We
are 
sitting
in the classroom
They 
are 
looking
out of the window

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
I am screaming at my computer right now.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld
Timmy is sitting on a warm toilet seat.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld
The cats are pushing all the buttons in the elevator.

Slide 11 - Diapositive

Welke drie vormen van 'to be' heb je nodig om de present continuous te kunnen maken?

Slide 12 - Question ouverte

Sleep de persoonsvorm naar de juiste vorm van To be. 
Am
Are
Is
I
You
He
She
It
We
They

Slide 13 - Question de remorquage

Oh ja!
sommige werkwoorden eindigen op een 'stomme e'
(je schrijft hem wel maar je hoort hem niet)
move - moving
drive - driving
hope - hoping
make - making

Slide 14 - Diapositive

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een stomme -e, (je schrijft hem wel, maar je hoort hem niet) dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.
to dance - I am dancing right now. 
To move     moving
To drive      driving

Slide 15 - Diapositive

Oh ja! Oh ja!
sommige werkwoorden krijgen een verdubbeling van de medeklinker
run - running
plan - planning
swim - swimming
stop - stopping

Slide 16 - Diapositive

Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to hit        - hitting
to run       - running
To swim  - swimming
To stop    - stopping

Slide 17 - Diapositive

Klinkers:
Alle letter uit de 

A
U

O
E
I
Medeklinkers

Alle andere letters uit het alfabet

Slide 18 - Diapositive

Zet de zin in de present continuous
He ........ (to stop) the car.

Slide 19 - Question ouverte

You're the reason why I .... in the mirror,
.... in the shower.
present continuous-1

Slide 20 - Question ouverte

We ... the dishes right now.

A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 21 - Quiz

Listen and fill in the gaps: The clock ... ... so stay.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-6

Slide 22 - Question ouverte

Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving

Slide 23 - Quiz

So comfortable we ... ...
in a bubble, bubble.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-7

Slide 24 - Question ouverte

I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading

Slide 25 - Quiz

She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry

Slide 26 - Quiz

He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Ik begrijp wanneer ik de present continuous moet gebruiken en hoe ik deze maak.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Maak nu
BK
Hoofdstuk 4, paragraaf I, writing and grammar,
Opdracht 58, 59, 60, 61 en 62

Slide 30 - Diapositive

Maak nu
T/Havo
Via Stepping Stones online
Hoofdstuk 4, Paragraaf I, writing and Grammar
Opdracht 55, 56, 57 en 58. 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Welke drie vormen van To be zijn er?

Slide 33 - Question ouverte

Wat moet je achter het werkwoord plakken om de present continuous te maken?

Slide 34 - Question ouverte

Hoe vorm je de present continuous?
Onderwerp
Vorm van To Be
Werkwoord + ING
Rest van de zin
I
am
walking
to school. 
You
are
doing
your homework
He/She/It
is
drinking
water. 
We
are 
sitting
in the classroom
They 
are 
looking
out of the window

Slide 35 - Diapositive

Choose the Present Continuous:
Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 36 - Quiz

Choose the Present Continuous:
We ___ English class right now.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Vidéo

Choose the Present Continuous:
Why ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
leave we

Slide 39 - Quiz

Samenvatting
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets NU gebeurt.

  • Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!

  • Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!

Slide 40 - Diapositive

Verschil present simple en present continuous
  • De present simple (tegenwoordige tijd) gebruik je voor acties die in het heden plaatsvinden, zoals permanente situaties, gewoontes en feiten. 
  • De present continuous gebruik je niet voor permanente situaties, maar voor situaties/acties die nu bezig zijn.

Slide 41 - Diapositive

Scan de QR code en maak de opdrachten

Slide 42 - Diapositive

Wat ga je doen?
Ga naar je e-mail, 
kijk naar de e-mail die ik je heb gestuurd
Maak de oefeningen achter de linkjes. 

Klaar? 
Ga dan via Slim Stampen de woordjes, grammatica of de stones van dit hoofdstuk leren. 

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Lien

Slide 45 - Lien

1 =
2=
3 =
4=
5=
6=
7=
8=
10=
9=
Luister en schrijf op een blad papier wat voor spellen zij aan het doen zijn.

Slide 46 - Diapositive