Sparta API 25

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisSecundair onderwijs

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

In welk tijdvak kunnen we Sparta situeren?
A
het oude Nabije oosten
B
middeleeuwen
C
klassieke oudheid
D
moderne tijd

Slide 2 - Quiz

Situering in tijd
klassieke oudheid: 800 V.C. – 476

Sparta: 8e eeuw V. Chr. – 4e eeuw V. Chr.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Lees de volgende bron.

Slide 5 - Diapositive

De Spartaanse opvoeding
mythe VS. historische werkelijkheid

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Was Sparta een open of een gesloten polis?
A
open
B
gesloten

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Welk beroep deden de Spartaanse mannen?
A
Handelaar
B
Soldaat
C
Pottenbakker
D
Leraar

Slide 10 - Quiz

Lees volgende bron
Vragen na het lezen van de bron (zie p. 82):
- Wie was de schrijver? 
- Datering
- Hoe beschrijft de auteur de Spartaanse opvoeding?
-  Hoeveel tijd is er verlopen tussen wat de auteur beschrijft en het moment van opschrijven?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wanneer werd de bron geschreven?
A
9de eeuw v.C.
B
ca. 390
C
9de eeuw
D
ca. 390 v.C.

Slide 13 - Quiz

Wie was de schrijver?
A
Xenophon
B
Xylofoon
C
Herodotos
D
Homeros

Slide 14 - Quiz

Hoeveel tijd zit er tussen de tijd waarover hij schreef en wanneer hij het schreef?
A
ca. 900 jaar
B
ca. 700 jaar
C
ca. 500 jaar
D
ca. 300 jaar.

Slide 15 - Quiz

Hoe staat de auteur tegenover Sparta?
A
negatief
B
neutraal
C
positief

Slide 16 - Quiz

Lees volgende bron.
Vragen na het lezen van de bron (zie p. 83):
- Wie was de schrijver? 
- Datering
- Hoe beschrijft de auteur de Spartaanse opvoeding?
-  Hoeveel tijd is er verlopen tussen wat de auteur beschrijft en het moment van opschrijven?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

De auteur beschrijft de Spartaanse opvoeding als:
A
te mild
B
mild
C
streng
D
te streng

Slide 19 - Quiz

Hoe staat de auteur tegenover Sparta?
A
negatief
B
neutraal
C
positief

Slide 20 - Quiz

Wie was de schrijver?
A
Ploutarchos
B
Plato
C
Herodotos
D
Homeros

Slide 21 - Quiz

Wanneer werd de bron geschreven?
A
9de eeuw v.C.
B
ca. 100
C
9de eeuw
D
ca. 100 v.C.

Slide 22 - Quiz

Hoeveel tijd zit er ongeveer tussen de tijd waarover hij schreef en wanneer hij het schreef?

Slide 23 - Question ouverte

Geven deze 2 bronnen een betrouwbare weergave van de werkelijkheid?
Waarom wel of waarom niet?

Slide 24 - Question ouverte

Meer bronnen uit de klassieke oudheid zijn over dit onderwerp niet bewaard.

Slide 25 - Diapositive

Lees volgende bron.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Wat deden de Spartanen met pasgeboren baby's volgens de film en de vorige bron?

Slide 28 - Question ouverte

Wat doet ons twijfelen of dat echt gebeurde in Sparta?

Slide 29 - Question ouverte

Besliste de Spartaanse overheid over het lot van elke pasgeboren baby?
A
Ja
B
Nee
C
We kunnen het niet met zekerheid weten.

Slide 30 - Quiz

Deze bron is een...
A
historische bron
B
historisch werk

Slide 31 - Quiz

De auteur brengt het verhaal over de Spartaanse baby's als een...
A
hypothese
B
vaststaand feit

Slide 32 - Quiz

We zien dus dat mensen eeuwen later nog steeds verwezen naar het Spartaanse verleden.  

Slide 33 - Diapositive

Nog een voorbeeld. 
Even kaderen!!!!

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Even samenvatten

Een betwijfelbare versie van het verleden kan uitgroeien tot foutieve beeldvorming. Zeker als er geen betrouwbare informatie uit de bewaarde bronnen valt te halen.
Mensen verwijzen altijd met een welbepaald doel naar het verleden. Bij verwijzingen naar de Spartaanse opvoeding blijkt meestal de historische mythe het sterkst. 

Slide 36 - Diapositive

Welke verschillen kan je geven tussen Sparta en Athene?

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo