Reptielen
1 / 14
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Carte mentale
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Welke van de volgende dieren is geen reptiel?
A
Gaviaal
B
Gekko
C
Sprinkhaan
D
Python
Slide 4 - Quiz
Welk antwoord is goed?
A
Een reptiel is koudbloedig
B
Een reptiel is een zoogdier
C
Alle reptielen leggen eieren
D
Ze kunnen hun lichaamstemperatuur niet aanpassen
Slide 5 - Quiz
Wat is goed?
A
Slangen vervellen 4 keer per jaar
B
Slagen vervellen 1 keer per jaar
C
Slangen vervellen 2 keer per jaar
D
Er is geen antwoord goed
Slide 6 - Quiz
Waarmee beschermen reptielen zich tegen vijanden en droogte?
A
Met hun schubben
B
Zoeken bescherming onder het zand
C
Zoeken bescherming onder bladeren
D
Alle drie zijn goed
Slide 7 - Quiz
Hoe bewegen slangen? Welke van onderstaande beweringen is fout?
A
Een slang maakt een S- vormige beweging
B
Een slang maakt een accordeon-beweging
C
Een slang maakt een rups-beweging
D
Een slang maakt een gravende beweging
Slide 8 - Quiz
Waar komen de meeste krokodillen voor?
A
Afrika
B
Zuid-Amerika
C
Noord-Amerika
D
Australië
Slide 9 - Quiz
Wat klopt niet?
A
Krokodillen hebben een ruggengraad
B
Krokodillen hebben longen
C
Krokodillen hebben hersenen
D
Krokodillen hebben geen neusgat
Slide 10 - Quiz
Hoeveel kameleonsoorten zijn er ongeveer?
A
160
B
100
C
240
D
400
Slide 11 - Quiz
Welk antwoord klopt niet?
A
Schildpadden leggen wel 100 eieren
B
Schildpadden eten vooral blaadjes en vruchten
C
Een reuzenschildpad kan wel 200 jaar oud worden
D
Landschilpadden hebben tanden
Slide 12 - Quiz
Wat is goed?
A
Slangen kauwen niet op hun eten
B
Schildpadden scheuren hun voedsel
C
Gekko's jagen 's nachts op insecten
D
Alle drie de antwoorden zijn goed
Slide 13 - Quiz
Wat klopt niet?
A
Hagedissen zijn warmbloedig
B
Hagedissen leven het liefst in warme gebieden
C
Hagedissen kunnen van kleur veranderen
D
Hagedissen kunnen met hun ogen apart van elkaar kijken
n apart
