Reptielen

Wat weten jullie over Reptielen en Amfibieën
1 / 39
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat weten jullie over Reptielen en Amfibieën

Slide 1 - Carte mentale

REPTIELEN

Kenmerken van reptielen:

  • Huid met harde, droge schubben (vervellen!)
  • Ademhaling: via longen
  • Lichaamstemperatuur: Wisselend (Koudbloedig)
  • Voortplanting: eitjes met een leerachtige schaal

Groepen: slangen, hagedissen, krokodillen, schildpadden; Tyrannosaurus Rex was er ook één.....

Slide 2 - Diapositive

behoren tot
ergens bijhoren



Slangen behoren tot de reptielen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Verschil.
Reptielen worden vaak in één adem genoemd met de amfibieën, hoewel het hier twee zeer verschillende diergroepen betreft. Amfibieën hebben een permeabele huid en geen schubben, in tegenstelling tot de reptielen. Het belangrijkste verschil met de amfibieën is echter het ontbreken van een larvaal stadium bij alle reptielen.

Slide 5 - Diapositive

Amfibieën

Slide 6 - Diapositive

Reptielen

Slide 7 - Diapositive

  •        Schubreptielen (Squamata) (Slangen, hagedissen en                   wormhagedissen)
  •        Schildpadden (Testudines)
  •        Krokodilachtigen (Crocodilia)
  •        Brughagedissen (Sphenodontidae)

Slide 8 - Diapositive

Schubreptielen.

Slide 9 - Diapositive

Schildpadden

Slide 10 - Diapositive

Krokodilachtigen

Slide 11 - Diapositive

Brughagedissen

Slide 12 - Diapositive

Tot de huidige reptielen behoren ongeveer 20 soorten krokodillen, meer dan 220 soorten schildpadden en veel meer dan 5000 geschubde reptielen, zoals hagedissen en slangen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Welke van de volgende dieren is geen reptiel?
A
Gaviaal
B
Gekko
C
Sprinkhaan
D
Python

Slide 16 - Quiz

Welk antwoord is goed?
A
Een reptiel is koudbloedig
B
Een reptiel is een zoogdier
C
Alle reptielen leggen eieren
D
Ze kunnen hun lichaamstemperatuur niet aanpassen

Slide 17 - Quiz

skelet van een slang

Slide 18 - Diapositive

Wat is goed?
A
Slangen vervellen 4 keer per jaar
B
Slagen vervellen 1 keer per jaar
C
Slangen vervellen 2 keer per jaar
D
Er is geen antwoord goed

Slide 19 - Quiz

Waarmee beschermen reptielen zich tegen vijanden en droogte?
A
Met hun schubben
B
Zoeken bescherming onder het zand
C
Zoeken bescherming onder bladeren
D
Alle drie zijn goed

Slide 20 - Quiz

Hoe bewegen slangen? Welke van onderstaande beweringen is fout?
A
Een slang maakt een S- vormige beweging
B
Een slang maakt een accordeon-beweging
C
Een slang maakt een rups-beweging
D
Een slang maakt een gravende beweging

Slide 21 - Quiz

Wat klopt niet?
A
Krokodillen hebben een ruggengraad
B
Krokodillen hebben longen
C
Krokodillen hebben hersenen
D
Krokodillen hebben geen neusgat

Slide 22 - Quiz

Waar komen de meeste krokodillen voor?
A
Afrika
B
Zuid-Amerika
C
Noord-Amerika
D
Australië

Slide 23 - Quiz

Hoeveel kameleonsoorten zijn er ongeveer?
A
160
B
100
C
240
D
400

Slide 24 - Quiz

Welk antwoord klopt niet?
A
Schildpadden leggen wel 100 eieren
B
Schildpadden eten vooral blaadjes en vruchten
C
Een reuzenschildpad kan wel 200 jaar oud worden
D
Landschilpadden hebben tanden

Slide 25 - Quiz

Wat is goed?
A
Slangen kauwen niet op hun eten
B
Schildpadden scheuren hun voedsel
C
Gekko's jagen 's nachts op insecten
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 26 - Quiz

Top gedaan jongens.

Slide 27 - Diapositive

In Nederland leven de volgende amfibieën: kikkers, padden en salamanders.

Een kenmerk van een amfibie, is dat ze zowel op het land als op het water kunnen leven. Dat komt omdat ze niet alleen longen hebben maar als larve (baby) ook kieuwen, zoals vissen. Hun poten maken dat ze ook op het land kunnen leven; die krijgen ze al een paar dagen na de geboorte. Reptielen, vogels en zoogdieren hebben alleen longen en vissen alleen kieuwen.

Slide 28 - Diapositive

Amfibieën

Slide 29 - Diapositive

Vijanden
Kikkers en padden staan op het menu van reigers, ooievaars, buizerds, zwarte kraaien, ratten, egels, bunzings, hermelijnen, vossen en snoeken.

Gelukkig hebben de meeste kikkers een goede camouflage-kleur.

Slide 30 - Diapositive

Sleep de punaise naar de amfibie

Slide 31 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen een pasgeboren reptiel en een pasgeboren Amfibie?

Slide 32 - Question ouverte

Eieren met een leerachtige schaal
Eieren in het water, zonder schaal met slijmlaag
Eieren met kalkschaal
Veel verschillende voortplantingsmanieren.
Zowel eierleggend als levendbarend (interne ontwikkeling)
Oorsprong is met een ei(cel) daarna interne ontwikkeling

Slide 33 - Question de remorquage

Reptiel
Amfibie
Gladde natte huid
Ruwe verharde huid of schubben

Slide 34 - Question de remorquage

- Een amfibie leeft zowel op het land als in het water

- voorbeelden zijn: kikkers, 
padden en salamanders

- Amfibieën kunnen, als ze oud zijn, door hun huid en hun longen ademen

Slide 35 - Diapositive

Amfibieën zijn koudbloedig
De temperatuur van hun lichaam is hetzelfde als die van de omgeving. 

Ze laten zich door de zon opwarmen.

Slide 36 - Diapositive


A
Warmbloedig
B
Koudbloedig

Slide 37 - Quiz


A
Koudbloedig
B
Warmbloedig

Slide 38 - Quiz

Vochtige huid zonder schubben
Leven in de buurt van water
Amfibieën

Slide 39 - Diapositive