Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
- Inloggen in LessonUp.
- Materiaal klaarleggen op tafel (boek + schrift)
§4 Alinea's en kernzinnen
Voordat we beginnen:
timer
2:00
Slide 1 - Diapositive
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 1 - Meer dan lezen
1. Even herhalen
2. Lesdoelen
3. Uitleg alinea's en kernzinnen
4. Aantekeningen maken tijdens uitleg
5. Oefenopdrachten
6. Zelfstandig werken
6. Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Er volgen nu wat herhalingsvragen
Slide 3 - Diapositive
Rijm:
Zoek voorbeelden van de drie soorten van rijm. Probeer van iedere soort twee voorbeelden te vinden.
Welk woord zou er onder de rode balk staan?
Slide 4 - Diapositive
Welk woord hoort onder de rode balk? (hint: assonantie)
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat zijn de vijf tekstdoelen? (alfabetische volgorde, onder elkaar, geen komma's)
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het tekstdoel van een tekst waarbij de schrijver je wil vermaken?
A
amuseren
B
activeren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 12 - Quiz
Wat is het tekstdoel van een opinie in de krant?
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 13 - Quiz
Je kunt de kernzinnen van alinea's bepalen.
Je kunt een alinea schrijven met een duidelijke kernzin.
Lesdoelen
Slide 14 - Diapositive
Alinea's en kernzinnen
Teksten zijn verdeeld in alinea's. Een alineabestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde gaan. "Alinea: wordt vaak afgekort als "al." In een schooltekst staan vaak alineanummers voor een nieuwe alinea. In een krant of boek niet!
Slide 15 - Diapositive
Alinea's en kernzinnen
De belangrijkste informatie uit een alinea staat in de kernzin. Dat is meestal de eerste zin en soms de laatste. In de rest van de alinea staat dan vaak meer informatie of voorbeelden. De kernzin kan ook de tweede zin zijn; de eerste zin geeft dan vaak het verband met de vorige alinea's aan.
Slide 16 - Diapositive
Voorbeeld
(1) Het begint met gekibbel en het eindigt met grof geweld. Ruziemaken met hun broer of zus kunnen kinderen als de besten. Alle wapens zijn toegestaan: krabben, huilen, stampen, slaan en schreeuwen in alle toonhoogten. Het lijkt wel oorlog. Toch kan een half uur later de vrede zomaar weer getekend zijn.
Slide 17 - Diapositive
Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak
Slide 18 - Quiz
Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Nadere uitleg of voorbeelden
Slide 19 - Question de remorquage
Daarvoor kun je het beste op tijd beginnen met het leren van de moeilijke woorden en het huiswerk voor leesvaardigheid keurig bijhouden. Daarnaast is veel (online) oefenen met spelling aan te raden.
Sleep het woord 'kernzin' naar de kernzin van bovenstaande alinea. Sleep het woord 'bijzaak' naar de bijzaak in bovenstaande alinea.
Als je een voldoende wilt halen voor de eindtoets, moet je je goed voorbereiden.