Hoe maak je een meervoud in het Engels?

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoe maak je een meervoud in het Engels?

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de basisregels voor het vormen van meervoud in het Engels toepassen.
• Aan het einde van de les kun je de uitzonderingen herkennen en correct toepassen bij het vormen van meervoud in het Engels.

Wat weet je al over het vormen van meervoud in het Engels?

Regel 1: Toevoegen van -s

Voeg -s toe aan de meeste woorden om ze in het meervoud te zetten.

Regel 2: Woorden die eindigen op -S, -SS, -SH, -TCH, -X

Voeg -es toe aan woorden die eindigen op -s, -ss, -sh, -tch, -x.

Regel 3: Woorden die eindigen op een O

Voeg meestal -es toe aan woorden die eindigen op een o.

Regel 4: Woorden die eindigen op een Y

Verander de y in ies bij woorden die eindigen op een y.

Regel 5: Woorden die eindigen op een F of FE

Verander de f of fe in ves bij woorden die eindigen op een f of fe.

Uitzonderingen bij het vormen van meervoud

• Sommige woorden hebben onregelmatige meervouden die uit het hoofd geleerd moeten worden.

Samenvatting

• Regel 1: Voeg -s toe aan de meeste woorden.
• Regel 2: Voeg -es toe aan woorden die eindigen op -s, -ss, -sh, -tch, -x.
• Regel 3: Voeg meestal -es toe aan woorden die eindigen op een o.
• Regel 4: Verander de y in ies bij woorden die eindigen op een y.
• Regel 5: Verander de f of fe in ves bij woorden die eindigen op een f of fe.
• Uitzonderingen: Sommige woorden hebben onregelmatige meervouden die uit het hoofd geleerd moeten worden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.