Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Terugblik
Hoofdstuk 7: Overheid
Slide 1 - Diapositive
timer
3:00
Verzorgingsstaat
Slide 2 - Carte mentale
Gemeente
Provincie
Rijk
Waterschappen
Ophalen huisvuil
Bepaling van het uitbreiden van steden en dorpen
Onderhouden van dijken
Toezicht op landelijk gebied
Slide 3 - Question de remorquage
Noem de drie productsoorten waar accijns op belast is
Slide 4 - Question ouverte
Het minimumbedrag dat bepaald is in Nederland dat je nodig hebt om van te leven wordt genoemd:
A
Laagste loon
B
minimaal bedrag
C
sociaal minimum
D
levensminimum
Slide 5 - Quiz
Het verschil tussen sociale voorzieningen en -verzekeringen
Slide 6 - Diapositive
Je bent werkloos. Je verdiende €1853,60 per maand. Hoeveel euro krijg je nu per maand van de overheid als je 70% ontvangt?
Slide 7 - Question ouverte
Waarom zorgt de overheid voor allerlei collectieve voorzieningen?
Slide 8 - Question ouverte
Stel: je gaat een huis kopen van €200.000. Je betaalt €60.000 uit je eigen zak en de rest sluit je een hypotheeklening af. Hoeveel procent van de totale huisprijs betaal je uit je eigen zak?
Slide 9 - Question ouverte
De uitgavenbegroting is €250 miljard. Aan het onderwijs wordt €40 miljard uitgegeven. Hoeveel procent van de totale uitgaven wordt uitgegeven aan het onderwijs?
Slide 10 - Question ouverte
Wat kan de overheid doen als zij een begrotingstekort hebben?
A
De belastingen verlagen
B
Meer geld uitgeven aan de gezondheidszorg
C
Geld lenen bij de bank
D
Niks
Slide 11 - Quiz
Collectieve sector
Private sector
De organisatie wilt winst maken
De organisatie hoeft niet persé winst te maken
Slide 12 - Question de remorquage
Directe belasting
Indirecte belasting
Kostprijsverhogende belastingen
Belasting op inkomsten, winst en vermogen
Slide 13 - Question de remorquage
Privatisering betekent dat...
A
Een particulier bedrijf verkoopt zijn bedrijf aan de overheid
B
De overheid verkoopt een bedrijf aan een particulier bedrijf
C
Alleen burgers mogen gebruikmaken van het privébedrijf
D
Alleen de overheid mag gebruikmaken van het privébedrijf