7.1

7.1
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

7.1

Slide 1 - Diapositive

Overheid

Slide 2 - Carte mentale

Het Rijk
Centrale overheid (= het rijk of rijksoverheid)
   -maatregelen voor het hele land
   -toezien op naleving wetten
   -ministers vormen bestuur

Provincie
  -bedrijventerreinen en recreatiegebieden aanwijzen
  -aanleg infrastructuur



Stap 1: Maak opgave 1 t/m 3 op blz. 190
Stap 2: Maken 7.1 op  blz. 206
Stap 3: Maken 7.1 op blz. 208
timer
3:00
Gemeente
  -jeugd- en ouderenzorg
  -afgifte paspoort en rijbewijs
Waterschap
  -maatregelen tegen overstromingen
  -zuivering afvalwater

Slide 3 - Diapositive

Een andere naam voor de rijksoverheid is..
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid

Slide 4 - Quiz

Welke overheden zijn er?

Slide 5 - Question ouverte

Stimuleren of afremmen?
Met maatregelen kan de overheid de Nederlandse economie versterken.


Gedrag stimuleren door:
  1. subsidie geven, bijvoorbeeld voor innovatie (= nieuw product / nieuwe productiemethode)

Gedrag afremmen door:
  1. accijns heffen (alcohol, tabak, brandstof)
  2. milieuheffing laten betalen
  3. energiebelasting heffen





timer
3:00
Stap 1: Maak opgave 4 t/m 6 op blz. 190
Stap 2: Maken 7.1 op  blz. 206
Stap 3: Maken 7.1 op blz. 208

Slide 6 - Diapositive

Waarop heft de overheid accijns?
A
benzine, chocola, kleding
B
sigaretten, frisdrank, kleding
C
alcohol, sigaretten, benzine
D
alcohol, medicijnen, benzine

Slide 7 - Quiz

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 8 - Quiz

Wat wil de overheid bereiken met accijnzen?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 9 - Quiz

Collectieve goederen
Collectieve goederen
= voorzieningen voor iedereen, betaald en geleverd door de overheid.

Redenen waarom de overheid die voorzieningen levert:
-niet iedereen apart laten betalen
-kwaliteit in eigen hand houden
-voor iedereen betaalbaar blijven



















Stap 1: Maak opgave 7 op blz. 190
Stap 2: Maken 7.1 op  blz. 206
Stap 3: Maken 7.1 op blz. 208

Slide 10 - Diapositive

Overheid, burgers en
bedrijven
Collectieve sector
-overheid en instellingen voor sociale zekerheid, zoals UWV
-geen doel om winst te maken
-bijv. onderwijs, brandweer, rechtspraak, politie etc.

Particuliere sector
-burgers en bedrijven
-bedrijven wel doel om winst te maken
-bijv. supermarkten, banken, kledingwinkels, pretparken etc.




Slide 11 - Diapositive

Een taak voor de overheid 
of niet?
Bij privatiseren verkoopt overheid dienst of activiteit aan particuliere sector.

Redenen om te privatiseren:
  • taken geen verantwoordelijkheid meer voor overheid
  • bedrijven doen het beter en/of goedkoper

Overheid gebruikt soms marktwerking:
  • bedrijven concurreren op prijs / kwaliteit om overheidstaak uit te voeren
  • overheid betaalt het beste / goedkoopste bedrijf







timer
3:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Bekijk de verantwoordelijkheden hieronder. 
Bij welke lagere overheid horen ze?
Maatregelen tegen overstromingen
Voetbalveld
Uitbreiding dorpen en steden
gemeente
provincie
waterschap

Slide 14 - Question de remorquage

Een kaartje voor het zwembad kost € 5,40. Zonder subsidie van de gemeente zou het kaartje € 8,00 kosten.
Bereken hoeveel procent subsidie de gemeente geeft op een kaartje voor het zwembad. Twee decimalen

Slide 15 - Question ouverte

Noem twee producten waarop de overheid accijns heft.

Slide 16 - Question ouverte

De AOW is een sociale voorziening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

De WW is een werknemersverzekering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Werknemersverzekeringen en volksverzekeringen worden betaald met premies.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Leg uit waarom de uitgaven van de overheid afnemen en de inkomsten van de
overheid toenemen als de werkloosheid afneemt.

Slide 20 - Question ouverte

Bekijk de afbeelding. Noem een reden waarom de overheid dit collectieve goed regelt.

Slide 21 - Question ouverte

Bedrijven in de collectieve sector moeten winst maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

De rentelasten van de staatschuld bedroegen € 6,4 miljard in 2023. De overheid betaalde gemiddeld 1,4% belasting over de staatsschuld.
Bereken de totale staatsschuld in 2023. Twee decimalen achter de komma.

Slide 23 - Question ouverte

Kostprijsverhogende belastingen zijn hetzelfde als directe belastingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

De accijns behoort tot de kostprijsverhogende belastingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Aan de slag 
  • Maak de herhalingsopdrachten H7
  • Of examenopdrachten H7
timer
20:00

Slide 26 - Diapositive

Het minimumbedrag dat je volgens de overheid nodig hebt om van te kunnen leven. 
Zo word Nederland, vanwege zijn goede voorzieningen, ook wel genoemd 
Hier zijn uitkeringen onderdeel van 
Sociaal minimum
Verzorgingsstaat 
Sociale zekerheid

Slide 27 - Question de remorquage

Sociale zekerheid
Volksverzekeringen
Werknemersverzekeringen
voorbeelden:
voorbeelden:
voorbeelden:
Sociale verzekeringen
Sociale voorzieningen
WW 
WIA 
AOW
ANW
kinderbijslag
bijstand

Slide 28 - Question de remorquage

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 29 - Quiz

Wat laat deze afbeelding zien?
Vergrijzing

Slide 30 - Diapositive

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 31 - Question de remorquage

In ons land hoef je niet van de honger om te komen, want je hebt recht op het 

                               zodat je in je noodzakelijke levensbehoeften kunt voorzien. 

Nederland is immers een                                 met een goede                                . Als het

nodig is, kun je een                                 ontvangen.
2. Sleep de begrippen naar de juiste plek:
verzorgingstaat
sociale zekerheid
sociaal minimum
uitkering

Slide 32 - Question de remorquage