WI 1 14022022


Welkom iedereen!

maandag
14 februari
2022
Valentijnsdag
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon


Welkom iedereen!

maandag
14 februari
2022
Valentijnsdag

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen wat we vorige week geleerd hebben
  • Dictee
  • verder in het boek met 7.9 
  • Leestekst
  •  7.10

Slide 2 - Diapositive

De muis ligt ... het kopje


  • op                             

Slide 3 - Diapositive

De draak vliegt ... de hoepel


  • door                  

Slide 4 - Diapositive

De muis zit ... het kopje


  • voor                     

Slide 5 - Diapositive

Het schilderij hangt ... de muur


  • aan                  

Slide 6 - Diapositive

Het beest ligt ... de bal


  • onder               

Slide 7 - Diapositive

de draak springt ... het hek


  • over                

Slide 8 - Diapositive

Het beest zit ... de ballen


  • tussen            

Slide 9 - Diapositive

Het beest vliegt ... de bal


  • over                    


Slide 10 - Diapositive

De muis zit ... het kopje


  • onder                   

Slide 11 - Diapositive

Het beest zit ... de doos.


  • in                     

Slide 12 - Diapositive

De hond zit ... de kat


  • tegenover           

Slide 13 - Diapositive

De draak komt ... de telefooncel


  • uit                      

Slide 14 - Diapositive

Het beest zit ... de bal


  • naast                    

Slide 15 - Diapositive

De muis zit ... het kopje


  • achter                 

Slide 16 - Diapositive

De lamp hangt ... de tafel


  • boven               

Slide 17 - Diapositive

De man is ...

  • te laat               

Slide 18 - Diapositive

Je werkt samen met ...

  • de collega      
  • de collega's   

Slide 19 - Diapositive

Zij staan in ...

  • de file                 
  • de files               

Slide 20 - Diapositive

Ik zal het bericht ...


  • doorgeven               

Slide 21 - Diapositive

Ik ben ... ergens naartoe


  • onderweg       

Slide 22 - Diapositive



  • denken                    

Slide 23 - Diapositive

Ik vind het ...


  • prima           

Slide 24 - Diapositive

Aha! Ik ... het!

  • snap                         
  • snappen                 

Slide 25 - Diapositive

Ik ben vanmiddag weer terug!


  • Tot Straks!              

Slide 26 - Diapositive

Wat is dit?


  • het kruispunt           
  • de kruispunten       

Slide 27 - Diapositive

Hij staat ... en het meisje staat ...


  • dichtbij             
  • ver                       

Slide 28 - Diapositive

Ga hier ...


  • rechtdoor           

Slide 29 - Diapositive

Dit is ... van Nederland


  • de kaart                  
  • de kaarten             

Slide 30 - Diapositive

De gele auto rijdt ...


  • rechtdoor            

Slide 31 - Diapositive

De fietser moet hier ...


  • linksaf                     

Slide 32 - Diapositive

De fietser moet hier ...


  • rechtsaf             

Slide 33 - Diapositive

Dictee

Slide 34 - Diapositive

7.9 Woorden opzoeken
64 schrijf de letters van het alfabet op.

Als je de betekenis van een woord wilt opzoeken, dan kan dat in een Woordenboek.
De woorden staan op alfabetische volgorde

Slide 35 - Diapositive

Wat is 'betekenen'?



  • Pak het woordenboek
  • Ga naar de letter 'b' 

Slide 36 - Diapositive

  • Zoek het       werkwoord
     'betekenen' op
  • kijk naar andere   woorden, bijv. 'betekenis'.

Slide 37 - Diapositive

Maak opdr 65

Slide 38 - Diapositive

Kies de goede betekenis


Veel woorden hebben meer dan één betekenis. Welke betekenis heb je nodig? 
Kijk naar de hele zin. 
Kies de betekenis die goed in de zin past.
Kijk naar het voorbeeld in het boek:
Maak opdr. 66

Slide 39 - Diapositive

Opdracht : maak 3 groepen
Zoek de betekenis van de woorden van opdr 65 op.
Schrijf de betekenis op. 

Slide 40 - Diapositive

Het is Valentijnsdag

Lees de tekst over het ontstaan ervan.
Beantwoord de vragen

Slide 41 - Diapositive

7.10 Voor het eten, op donderdag, om negen uur
In 7.6 heb je voorzetsels geleerd die iets zeggen over een plaats.
Er zijn ook voorzetsels die iets zeggen over een tijd.

Slide 42 - Diapositive

Opdrachten maken:
Maak:    68 en 69
samen: 70
                 71 en 72

Slide 43 - Diapositive

KAHOOT !
  • Pak je telefoon
  • Ga naar Kahoot.it
  • Vul het PIN-nummer in
  • Vul je naam of in
  • even wachten tot iedereen zover is .....

Slide 44 - Diapositive

Huiswerkvoor woensdag:
 7.9 en 7.10 afmaken
Dictee: 7.7 en 7.8
Blauwe woorden leren!
Tot donderdag!

Slide 45 - Diapositive

Ik maak mijn huis schoon voor de lunch.

Voor de lunch slaap ik een uurtje

van  22:00 tot 7:00 uur
Ik werk van tien uur 's avonds tot zeven uur 's morgens.
Overdag heb ik een uur om te sporten

Ik schrijf woorden tijdens de les.

Slide 46 - Diapositive