1. ...repaso la gramática herhaal ik de grammatica
2. ...practico el vocabulario oefen ik de vocabulaire
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...
1. ...repaso la gramática herhaal ik de grammatica
2. ...practico el vocabulario oefen ik de vocabulaire
Slide 1 - Diapositive
Materia Toetsstof
werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd: LT p 25 bloque A
het geslacht van een woord: LT p 27 bloque D
het getal van een woord: LT p 27 bloque E
de lidwooorden: LT p 27 bloque F
voca unidad 0 alleen SP-NL
voca unidad 1 t/m ¿Cómo es Tadeo? SP-NL én NL-SP
Slide 2 - Diapositive
Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd (1)
Stap 1: Schrijf de stam van het werkwoord op. Haal -ar eraf. Je houdt de stam over.
Slide 3 - Diapositive
Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd (2)
Stap 2: Bepaal wie of wat het onderwerp van jouw zin is. Let op, dingen horen bij 3 (ev) of 6 (mv).
1
ik
yo
2
jij
tú
3
hij, zij (ev), u (ev)
él, ella, usted
4
wij
nosotros, nosotras
5
jullie
vosotros, vosotras
6
zij, zij vrouwelijk (mv), u (mv)
ellos, ellas, ustedes
Slide 4 - Diapositive
Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd (3)
Stap 3: Plak de juiste uitgang achter de stam, zodat onderwerp en persoonsvorm op elkaar aansluiten. De uitgangen zijn de dikgedrukte letters in het plaatje.
Slide 5 - Diapositive
Llamarse Heten
YO
me llamo
TÚ
te llamas
ÉL/ELLA/USTED
se llama
NOSOTROS/NOSOTRAS
nos llamamos
VOSOTROS/VOSOTRAS
os llamáis
ELLOS/ELLAS/USTEDES
se llaman
DEZE IS WEDERKEREND!
Slide 6 - Diapositive
Ser Zijn | Ser deKomen uit
YO
soy
TÚ
eres
ÉL/ELLA/USTED
es
NOSOTROS/NOSOTRAS
somos
VOSOTROS/VOSOTRAS
sois
ELLOS/ELLAS/USTEDES
son
DEZE IS ONREGELMATIG!
Slide 7 - Diapositive
Tener Hebben
YO
tengo
TÚ
tienes
ÉL/ELLA/USTED
tiene
NOSOTROS/NOSOTRAS
tenemos
VOSOTROS/VOSOTRAS
tenéis
ELLOS/ELLAS/USTEDES
tienen
DEZE IS ONREGELMATIG!
Slide 8 - Diapositive
Cecilia (cantar) una canción.
Slide 9 - Question ouverte
Cecilia y yo (cantar) una canción.
Slide 10 - Question ouverte
Vosotros (hablar) tres idiomas.
Slide 11 - Question ouverte
Ainara y yo (hablar) el vasco.
Slide 12 - Question ouverte
Ainara y Ander (ser) del País Vasco.
Slide 13 - Question ouverte
El español (ser) un idioma bonito.
Slide 14 - Question ouverte
Rosa (tener) una nueva amiga. Ella (llamarse) Zoe. [..., ...]
Slide 15 - Question ouverte
Yo (tener) doce años. ¿Cuántos años (tener) vosotras? [..., ...]
Slide 16 - Question ouverte
Het geslacht en getal van een woord (1)
Er moet altijd samenhang zijn tussen
- het zelfstandig naamwoord
- het bijvoeglijk naamwoord
- het lidwoord
Alle drie staan in - óf mannelijk enkelvoud
- óf mannelijk meervoud
- óf vrouwelijk enkelvoud
- óf vrouwelijk meervoud
Slide 17 - Diapositive
El ojo Het oog | Los ojos De ogen
el ojo azul
el ojo verde
el ojo marrón
los ojos azules
los ojos verdes
los ojos marrones
Slide 18 - Diapositive
Zet in het meervoud: la oreja het oor > de oren
Slide 19 - Question ouverte
Zet in het meervoud: el país het land > de landen
Slide 20 - Question ouverte
Zet in het meervoud: nuevo nieuw ev > nieuw mv
Slide 21 - Question ouverte
Zet in het meervoud: simpática aardig ev > aardig mv
Slide 22 - Question ouverte
Zet in het meervoud: azul blauw ev > blauw mv
Slide 23 - Question ouverte
Verbeter het woord dat niet klopt: El pelo rubia.
Slide 24 - Question ouverte
Verbeter het woord dat niet klopt: Los compañeros italiana.
Slide 25 - Question ouverte
Verbeter het woord dat niet klopt: El héroe guapas.
Slide 26 - Question ouverte
de bepaalde en onbepaalde lidwoorden (1)
wewe
De vertaling van 'unos' en 'unas' is in het Nederlands een paar.
Slide 27 - Diapositive
de bepaalde en onbepaalde lidwoorden (2)
Woorden op een -o zijn meestal mannelijk en op een -a zijn meestal vrouwelijk, maar lang niet alle woorden eindigen op een -o of op een -a, dus het is belangrijk dat je de lidwoorden erbij leert!!!
Slide 28 - Diapositive
woordjes leren (1)
Slide 29 - Diapositive
woordjes leren (2)
Begin op tijd!
Oefen met de spelling! Het is belangrijk dat je de woordjes in het Spaans correct opschrijft. Spelfouten worden op de toets als halve fouten gerekend. Heb je twee spelfouten in één woord, dan houd je dus 0 punten over.
Slide 30 - Diapositive
woordjes leren (3)
Laatste tip: leer ook de MAPA MENTAL op LT p 28-29. Of, nog beter, maak je eigen mind map over hoofdstuk 0 en 1!
Slide 31 - Diapositive
Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...
1. ...practico el vocabulario oefen ik de vocabulaire
2. ...hago una prueba diagnóstica maak ik een oefentoets