2021_week48_2v_les2_Grammatik und Wortschatz

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Du hast 2 min für:


  • dich zu setzen
  • Jacke aus
  • Köpfhörer sind weg
  • Handys in die Taschen
  • Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
  • Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Was machen wir heute?

  • Wörter schreiben / abfragen
  • Wiederholung Grammatik
  • Selbständig arbeiten
  • Aufgaben kontrollieren

  • Abschluss/deutsches Lied

Slide 3 - Diapositive

Am Ende der Stunde........
  • kannst du die Endungen ergänzen von Wörtern aus den ein und der-Gruppen dadurch, dass du Aufgaben machst.

Slide 4 - Diapositive

Wörter üben (schrijf de woorden op en vervolgens de vertaling erachter)
timer
4:00
  • het koekje
  • de banketbakker
  • zuur
  • de aanbieding
  • de melk
  • gebruiken
  • die Zutaten
  • aufpassen
  • der Geschmack
  • frisch
  • der Pfeffer
  • sich ernähren von

Slide 5 - Diapositive

Wörter abfragen
  • het koekje
  • de banketbakker
  • zuur
  • de aanbieding
  • de melk
  • gebruiken
  • die Zutaten
  • aufpassen
  • der Geschmack
  • frisch
  • der Pfeffer
  • sich ernähren von
  • der Keks
  • der Konditor
  • sauer
  • das Angebot
  • die Milch
  • benutzen
  • de ingrediënten
  • opletten
  • de smaak
  • vers
  • de peper
  • zich voeden met

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Schrijf op!

Slide 9 - Diapositive

An die Arbeit

  • Machen im Buch: 
Aufgabe 7 auf Seite 42 (Markeer de woorden die bij de ein-Gruppe horen)
Aufgabe 9 auf Seite 43 (Vul de ontbrekende uitgangen in en schrijf op welke naamval het is en markeer de werkwoorden met vaste voorzetsels)
  • Hilfe: 
Grammatik A, Seite 12/13 (schema der-ein Gruppe
Grammatik C, Seite 21 (werkwoorden met vaste naamval)
Grammatik D, Seite 35(Het persoonlijk voornaamwoord in de 3e en 4e naamval)
  • Wie? Eerste 10 minuten niet praten en geen vragen. Daarna fluisterend overleggen en vragen stellen.
  • Fertig? Aufgabe 1+2, Seite 46
timer
10:00
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

  •  e
  • er
  • 4e
  • 3
  • ihnen
  • e
  • 3
  • 4
  •  en
  •  4
  •  4
  •  4
  •  4
  •  -
  •  e
er
  • ie
  • 3
  • 4
  •  as
  • 1
  • en
  • 1
  • -
  • -
  • 4
  • ihr
  • 3

Slide 11 - Diapositive

Am Ende der Stunde........
benoem de verschillende vormen van het mannelijk lidwoord, vrouwelijk lidwoord en onzijdig lidwoord in de Nominativ, Dativ en Akkusativ.

Slide 12 - Diapositive

Hausaufgaben
Aufgabe 1+2, Seite 46

Lernen: Wörter Kapitel 4, Lektion 4 +5+6 auf Seite 52-53. NL-DU und DU-NL
(leer de woorden door ze herhaaldelijk op te schrijven)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Tschüss

Slide 16 - Diapositive