02-11-2021 klas 1K werkwoord avoir

Bonjour à tous!
Le 2 novembre
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bonjour à tous!
Le 2 novembre

Slide 1 - Diapositive

Prends ton livre
Prends ton ordinateur

Slide 2 - Diapositive

Programme d'aujourd'hui

Werkwoord avoir herhalen

Opdrachten bespreken




Slide 3 - Diapositive




Prends le livre à la page 49

Slide 4 - Diapositive

Lees voor jezelf in stilte de grammatica door op blz.49
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

AVOIR ( = hebben)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

J'
Tu
Il / Elle / On
Nous
Vous
Ils / Elles
Ai
A
Ont
Avez
As
Avons

Slide 8 - Question de remorquage

Wat betekent "tu as"?
A
zij hebben
B
hij heeft
C
jij hebt
D
ik heb

Slide 9 - Quiz

Wat betekent "il a" ?
A
hij heeft
B
zij heeft
C
u heeft
D
zij hebben

Slide 10 - Quiz

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 11 - Quiz

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 12 - Question de remorquage

Tu .... une sœur?
A
ont
B
a
C
as
D
avons

Slide 13 - Quiz

Elle ........... un chien.
A
as
B
avez
C
avons
D
a

Slide 14 - Quiz

Leeftijd
Hoe oud ben jij? = Tu as quel âge? 
 Ik ben 12 jaar = J'ai 12 ans

Als je wilt zeggen hoe oud je bent in het Frans, 
gebruik je altijd het werkwoord avoir (hebben).

Slide 15 - Diapositive

 Opdracht 31 t/m 33 bespreken

Slide 16 - Diapositive

Au travail!


Slim stampen H grammaire

Slide 17 - Diapositive