Les 10: Herhaling H 1t/m 2

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Plattegrond

docs.google.com

Lesplanning

• Hoe was de vakantie?
• Belangrijke mededelingen! 
• Herhaling dmv een spelletje  
• Theoriekaart

Vertel aan jouw groepje het leukste en het stomste van jouw vakantie.

Daarna bespreken we een aantal verhalen klassikaal.

Belangrijke mededelingen 

• Materiaal bijenhotel (volgende week knutselen)
• Bamboe zelf meenemen! Dikke takken meenemen. 
• Formatieve toets (datum & stof wat je moet leren)
• 18/01/2023 formatieve toets theoriekaart 1 t/m 6 & praktijkkaart 1+2.

Handig tips om te leren 

• Bespreek met 4 of 3 klasgenoten wat handige tips zijn om mens en natuur te leren. (min. 3)

Herhalingsspelletje: Pictionary

Je werkt in groepjes van 4

• 1 iemand zet een timer op 25 seconden
• 1 iemand pakt een kaartje en zorgt dat niemand het ziet. Deze persoon probeert het begrip te tekenen.
  
• Anderen raden het begrip binnen de tijd.
• Bespreek met elkaar of je weet wat het begrip betekent.

Leerdoelen

• Je kunt meerdere orgaanstelsels in een dier benoemen.
  
• Je beschrijft de verschillende stappen van de levenscyclus van een plant en dier en kunt de overeenkomsten in de levenscyclus tussen de planten en dieren benoemen.
  
• Je beschrijft wat abiotische en biotische factoren zijn, geeft daarbij voorbeelden en geeft aan hoe deze factoren van invloed zijn op de organismen in een bepaald gebied.
  
• Je verklaart hoe organismen zijn aangepast aan hun biotoop.

Organen dier

Wat zijn organen?

• Verschillende weefsels die samenwerken en samen zijn gegroeid, vormen een orgaan

Wat is een orgaanstelsels?

• Een groep organen die samenwerken om een bepaalde taak uit te voeren noem je een orgaanstelsel. Hieronder zie je voorbeelden van orgaanstelsels die aanwezig zijn in een menselijk lichaam.

In je eentje aan de slag

• Maak de quizjes bij praktijkkaart 2 (website hoofdstuk 3)
• Maak daarna een tekening van het verteringsstelsel
• Zoek de organen op het internet op en kijk wat de functies zijn hiervan'
• Dit is huiswerk!

Klaar? Maak theoriekaart 6 (website, hoofdstuk 3)

Hoe zien planten en dieren er in verschillende gebieden uit?

Klopt dit?

Klopt dit?

Aanpassen aan de omgeving 

Biotoop= meest geschikte omgeving met de beste omstandigheden voor een dier

Die omgevingsfactoren zijn abiotisch OF biotische factoren 

abiotisch = levenloze natuur               biotisch= levende natuur

Aan de slag

• Maak theoriekaart 6 (website, hoofdstuk 3)
  
• Wie: Zachtjes overleggen met buurman/buurvrouw 

Klaar? Maak je factsheet van de plant af

Welke manier van zaadverspreiding zag je in het filmpje?

Leerdoelen

• Je kunt meerdere orgaanstelsels in een dier benoemen.
  
• Je beschrijft de verschillende stappen van de levenscyclus van een plant en dier en kunt de overeenkomsten in de levenscyclus tussen de planten en dieren benoemen.
  
• Je beschrijft wat abiotische en biotische factoren zijn, geeft daarbij voorbeelden en geeft aan hoe deze factoren van invloed zijn op de organismen in een bepaald gebied.
  
• Je verklaart hoe organismen zijn aangepast aan hun biotoop.

Pak jouw EF agenda

• De quizjes praktijkkaart 2 (H. 3)
• Tekening verteringsstelsel en functie

Morgen tekening bespreken en aan het bijenhotel