Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Domein grootheden en eenheden
Nask 2e klas
Werken met grootheden en eenheden
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nask 2e klas
Werken met grootheden en eenheden
Slide 1 - Diapositive
Wat is een grootheid?
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een voorbeeld is
lengte.
Slide 2 - Diapositive
Wat is een eenheid?
De eenheid is de
maat
waarin je een grootheid meet.
De eenheid komt achter een getal te staan.
Een eenheid van lengte is bijvoorbeeld cm
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Noem een grootheid.
(wat kun je meten?)
Slide 6 - Carte mentale
Noem een eenheid
van lengte
Slide 7 - Carte mentale
Noem een eenheid van tijd
Slide 8 - Carte mentale
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
Slide 9 - Question de remorquage
Referentiematen
Een aantal belangrijke referentiematen zijn:
Een volwassen man is ongeveer 1,80 m lang.
De hoogte van een deur is ongeveer 2 m.
Een verdieping van een gebouw is ongeveer 3 m hoog.
Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h.
Je fietst ongeveer 15 à 18 km/h.
Nederland telt ongeveer 17 miljoen inwoners.
Slide 10 - Diapositive
Hoe hoog is het gebouw?
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 1 uur wandelen?
Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h.
Dus na 1 uur wandelen heb je 4 tot 6 kilometer gelopen.
Slide 12 - Diapositive
Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 3 uur fietsen?
Je fietst ongeveer 15 à 18 km/h.
Na 3 uur fietsen heb je tussen de 45 en 54 kilometer afgelegd
Slide 13 - Diapositive
Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een energydrink?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 14 - Quiz
Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een banaan?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 15 - Quiz
Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een appel?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 16 - Quiz
Destiny gaat voor 9 maanden naar Australië.
Hoeveel weken is dat ongeveer?
A
36
B
37
C
38
D
40
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Huiswerk
H8.1 maken niveau 1
of H4.1 maken niveau 2
Slide 20 - Diapositive
3 ton is...
euro
kilogram
3 000
30 000
300 000
3 000 000
Slide 21 - Question de remorquage
Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g
Slide 22 - Question de remorquage
Welk gewicht aan rozijnen is nodig voor 10 appeltaarten?
A
6 kg
B
0,6 kg
C
6000 mg
D
6000 g
Slide 23 - Quiz
Aisha heeft € 3,55 in haar portemonnee.
Zij koopt een broodje van 80 cent.
Hoeveel geld zit er nu nog in haar portemonnee?
A
B
C
D
Slide 24 - Quiz
Zet de eenheden van lengte van groot (links)
naar klein (rechts)
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Slide 25 - Question de remorquage
Met welk getal moet vermenigvuldigd worden om te weten hoeveel centimeter 2 meter is?
A
10
B
20
C
100
D
1000
Slide 26 - Quiz
Hoeveel kilometer is 7000 meter?
Vul alleen een getal in.
Slide 27 - Question ouverte
57 cm + 10 dm =
A
15,7 dm
B
57,1 cm
C
571 cm
D
10,57 dm
Slide 28 - Quiz
Hoe laat is het op deze klok?
A
10:25
B
09:25
C
05:47
D
06:47
Slide 29 - Quiz
90 minuten =
getal
eenheid
300 minuten =
4 weken + 4 dagen =
Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.
Let op: je gebruikt niet alles.
32
26
kwartier
uur
2,5
dagen
minuten
5
6
Slide 30 - Question de remorquage
Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.
Slide 31 - Question ouverte
Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?
A
jaar - maand - dag - minuut
B
jaar - uur - kwartier - seconde
C
eeuw - jaar - kwartaal - minuut
D
maand - uur - kwartaal - minuut
Slide 32 - Quiz
Grote getallen
Slide 33 - Diapositive
Een ton en een ton
Slide 34 - Diapositive
Tijd
Slide 35 - Diapositive
Rekenblokken: niv 2
Grootheden en eenheden :
Startles en paragraaf 2.1 temperatuur
Slide 36 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grootheden en eenheden 10.2 vuistregels
Novembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Referentiematen en vuistregels
Octobre 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
H2 referentiematen
Octobre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
1.6 referentiematen
Octobre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
H2 referentiematen
Septembre 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Periode 2: 1.5 en 1.6 (les 3)
il y a 24 jours
- Leçon avec
51 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
1.6 referentiematen
Novembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
1.6 referentiematen
Janvier 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1