Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H2 referentiematen
Leerdoelen
Het beschrijven van het omrekenen met de
eenheden
van lengte, gewicht en inhoud.
Het gebruiken van
referentiematen
om een inschatting maken van de lengte, inhoud of het gewicht van voorwerpen
Het uitleggen van het omrekenen en rekenen met eenheden van lengte, gewicht en inhoud
Het gebruiken van tijd en
snelheid
om afstanden te berekenen
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Leerdoelen
Het beschrijven van het omrekenen met de
eenheden
van lengte, gewicht en inhoud.
Het gebruiken van
referentiematen
om een inschatting maken van de lengte, inhoud of het gewicht van voorwerpen
Het uitleggen van het omrekenen en rekenen met eenheden van lengte, gewicht en inhoud
Het gebruiken van tijd en
snelheid
om afstanden te berekenen
Slide 1 - Diapositive
Wat is een grootheid?
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een voorbeeld is
lengte.
Slide 2 - Diapositive
Wat is een eenheid?
De eenheid is de
maat
waarin je een grootheid meet.
De eenheid komt achter een getal te staan.
Een eenheid van lengte is bijvoorbeeld cm
Slide 3 - Diapositive
Grootheden en eenheden
Slide 4 - Diapositive
Rekenen
oefenen toets domein 1
Rekenen
Oefenen voor de toets van domein 1
Slide 5 - Diapositive
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
Slide 6 - Question de remorquage
90 minuten =
getal
eenheid
300 minuten =
4 weken + 4 dagen =
Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.
Let op: je gebruikt niet alles.
32
26
kwartier
uur
2,5
dagen
minuten
5
6
Slide 7 - Question de remorquage
We hebben een gedachte of een beeld als we
een bepaalde maat horen. Dit maakt het schatten van een maat gemakkelijker.
Als je zo'n maten in je hoofd hebt zitten noem je dat
REFERENTIEMATEN.
Referentiematen
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
referentiematen
Slide 10 - Diapositive
referentiematen
Slide 11 - Diapositive
Referentiematen inhoud
Slide 12 - Diapositive
Eenheden van lengte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Eenheden van inhoud
Slide 15 - Diapositive
Eenheden van gewicht
Slide 16 - Diapositive
Nederland telt ongeveer ... miljoen inwoners.
A
2 miljoen
B
10 miljoen
C
18 miljoen
D
25 miljoen
Slide 17 - Quiz
Je wandelt ongeveer ... km/h.
A
2 km
B
5 km
C
8 km
D
10 km
Slide 18 - Quiz
Een verdieping van een gebouw in ongeveer .... hoog.
A
3 m
B
30 m
C
30 cm
D
3 cm
Slide 19 - Quiz
Een volwassen man is ongeveer .... lang.
A
15 cm
B
2000 cm
C
1,80 m
D
0,87 m
Slide 20 - Quiz
De hoogte van een deur is ongeveer ....
A
2 dm
B
2 cm
C
2 m
D
2 hm
Slide 21 - Quiz
Je fietst ongeveer ... km/h.
A
10 km
B
12 km
C
15 km
D
20 km
Slide 22 - Quiz
3 meter
180 cm
50m-100m
15 km/u
1 liter
5 km/u
Slide 23 - Question de remorquage
Hoeveel glazen melk haal je uit een pak van 1 liter?
Slide 24 - Carte mentale
Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een energydrink?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 25 - Quiz
Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een banaan?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 26 - Quiz
Hoeveel minuten doe je ongeveer over de
wandeling naar Haaksbergen?
A
25
B
30
C
40
D
50
Slide 27 - Quiz
Een volwassen persoon weegt ongeveer 80kg.
Hoeveel volwassen personen
mogen tegelijk in deze lift?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 28 - Quiz
Een maand heeft ongeveer 4 weken.
Een maand heeft ongeveer 30 dagen.
Destiny gaat voor 9 maanden naar Australië.
Hoeveel weken is dat ongeveer?
A
36
B
37
C
38
D
40
Slide 29 - Quiz
De vriendin van Destiny komt 3 maanden naar Australië om samen rond te reizen.
Hoeveel dagen is dat ongeveer
A
50
B
90
C
120
D
180
Slide 30 - Quiz
Vraag 3:
Wat is ongeveer de lengte van een bus?
A
1 decameter
B
100 meter
C
10 decameter
D
10 meter
Slide 31 - Quiz
Vuistregel
Een vuistregel is een gemakkelijke manier om een veelvoorkomende berekening te kunnen uitvoeren.
Bijvoorbeeld:
Gezond gewicht in kg = lichaamslengte in cm - 100
Slide 32 - Diapositive
Formules
Een nauwkeurig berekening.
Bijvoorbeeld:
Oppervlakte = lengte x breedte
Inhoud = lengte x breedte x hoogte (of diepte)
Slide 33 - Diapositive
omtrek
inhoud
Oppervlakte
lengte + breedte + lengte + breedte
lengte x breedte
lengte x breedte x hoogte
Slide 34 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
H2 referentiematen
Septembre 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Referentiematen en vuistregels
Octobre 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
1.6 en 1.7 Referentiematen en Vuistregels en formules
Mai 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
1.6 en 1.7 Referentiematen en Vuistregels en formules
Janvier 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
1.6 en 1.7 Referentiematen en Vuistregels en formules
Janvier 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein grootheden en eenheden
Octobre 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Meten
Avril 2018
- Leçon avec
42 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
1.6 referentiematen
Novembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1