Grammar: Reflexive and reciprocal pronouns & like and as
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
22mei24 - MHV3
Grammar: Some / any
Grammar: Reflexive and reciprocal pronouns & like and as
Slide 1 - Diapositive
SOME and ANY
Slide 2 - Diapositive
SOME and ANY
een paar, sommige, enkele, een beetje
= een aantal
Slide 3 - Diapositive
SOME and ANY
....betekenen exact hetzelfde!
maar......
Slide 4 - Diapositive
SOME and ANY
......je mag ze niet zomaar door elkaar gebruiken!
Slide 5 - Diapositive
Some
in bevestigende zinnen
He is taking some notes.
I'll have some water
+
Slide 6 - Diapositive
Any
in ontkennende zinnen
I haven't got any news.
They haven't bought any books.
-
Slide 7 - Diapositive
in vragende zinnen
Would you like somewater?
-
SOMEandANY
Do you like
anytips?
+
Slide 8 - Diapositive
I haven't got ___________ friends in Australia.
A
any
B
some
Slide 9 - Quiz
Jay didn't take __________ photos of the crime scene.
A
some
B
any
Slide 10 - Quiz
But he took _____________ photos of the broken window.
A
some
B
any
Slide 11 - Quiz
Grammar Reflexive and reciprocal pronouns
I took a picture of myself. > Ik nam een foto van mezelf.
She bought herself a new computer. > Zij kocht een nieuwe computer voor zichzelf.
Je gebruikt wederkerende voornaamwoorden om te praten over situaties waarbij het onderwerp en het lijdend voorwerp dezelfde persoon zijn.
Slide 12 - Diapositive
wederkerend voornaamwoord :
ik
me / mijzelf
myself
I
jij
je / jezelf
yourself
you
hij/zij/het
zich
himself/herself/itself
he/she/it
wij
ons
ourselves
we
jullie
je / jezelf
yourselves
you
zij
zich
themselves
they
Slide 13 - Diapositive
Grammar Reflexive and reciprocal pronouns
He saw himselfin the mirror.
They enjoyed themselves at the party.
Je vertaalt -self en -selves met zich of zichzelf.
Slide 14 - Diapositive
Reflexive and reciprocal pronouns
They saw each other at the festival. Zij zagen elkaar op het festival.
You have to look after one another! > Jullie moeten voor elkaar zorgen!
Je gebruikt de wederkerige voornaamwoorden each other en one another om te praten over ‘elkaar’.
Slide 15 - Diapositive
Grammar Reflexive and reciprocal pronouns
Do you shave even on Sundays?
She’s old enough to dress herself.
Let op! In het Engels gebruik je geen wederkerend voornaamwoord na werkwoorden als wash, dress en shave, behalve wanneer je nadruk wil leggen op wie de handeling uitvoert.
Slide 16 - Diapositive
like and as
Slide 17 - Diapositive
New grammar: Like and as
Betekenis: als
Gebruik: om te vergelijken
Slide 18 - Diapositive
New grammar: Like and as
Like:
Voor zelfstandig voornaamwoorden
It looks like an apple.
Bij persoonlijke voornaamwoorden
He looks like you.
Slide 19 - Diapositive
New grammar: Like and as
As:
Voor bijzinnen
It always rains here, just as it does in Engeland.