-Uitleggen wat massa en volume is en hoe je dit kan bepalen.
- Omreken sommen maken met massa en volume.
- Het volume van een blokje bepalen.
- De onderdompelmethode kunnen uitleggen.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2
Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Massa en volume
Je moet kennen:
-Uitleggen wat massa en volume is en hoe je dit kan bepalen.
- Omreken sommen maken met massa en volume.
- Het volume van een blokje bepalen.
- De onderdompelmethode kunnen uitleggen.
Slide 1 - Diapositive
Welke 2 antwoorden stellen een eenheid voor?
A
miligram
B
snelheid
C
volume
D
dm
Slide 2 - Quiz
Welke 2 antwoorden stellen een grootheid voor?
A
miligram
B
snelheid
C
volume
D
dm
Slide 3 - Quiz
Het symbool van volume is
A
V
B
L
C
v
D
dm3
Slide 4 - Quiz
Volume eenheden en omrekenen
Grootheid (V) van volume
Slide 5 - Diapositive
Berekenen volume regelmatige voorwerp
V = l x b x h
(reken zonodig om naar dezelfde eenheden)
Bereken het volume van blokje A, C en D.
Slide 6 - Diapositive
Berekenen van het volume van een onregelmatig voorwerp met de onderdompelmethode
Slide 7 - Diapositive
Berekenen volume onregelmatig voorwerp
De onderdompelmethode (II)
Slide 8 - Diapositive
De formule voor het berekenen van het volume van een voorwerp is:
A
V = l x b x m
B
V = b x h x s
C
V = l x h x d
D
V = l x b x h
Slide 9 - Quiz
Sleep alle stofeigenschappen naar dit vak
Vorm
Dichtheid
Brandbaarheid
Kleur
Massa
Geleidbaarheid
Uitzetting
Volume
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is het volume van het blokje?
timer
0:10
A
10 ml
B
20 ml
C
19 ml
D
9 ml
Slide 11 - Quiz
Welke veiligheidspictogram hoort bij de stof koolstofmono-oxide?
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
Hoe bereken je het volume van een blokje?
A
l x b x h
B
l + b + h
C
l - b - h
D
l : b : h
Slide 13 - Quiz
Het volume van het blokje is 8 ...
A
cm
B
cm2
C
cm3
D
cm4
Slide 14 - Quiz
Massa omrekenen
t = ton
kg = kilogram
g = gram
mg = milligram
1 ton = 1000 kg
1 kg = 1000 g
1 g = 1000 mg
Handig om te noteren
Slide 15 - Diapositive
Massa
Meet je met een weegschaal.
En let er op als je moet omrekenen.
Slide 16 - Diapositive
Dichtheid=massa:volume
Volume
Hoeveel ruimte neemt een voorwerp in
massa
Hoeveel weegt een voorwerp
Slide 17 - Diapositive
Eenheid van dichtheid is g /
Dus massa moet in gram
en volume in
Als in andere eenheid staat moet je dus eerst omrekenen!
Eenheden moeten zelfde zijn!
cm3
cm3
Slide 18 - Diapositive
Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g
Uitleg van de wipwap
Slide 19 - Diapositive
Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume
Slide 20 - Diapositive
Dichtheid
ρ
m
V
= dichtheid
= massa
= volume
(g)
(cm3)
(cm3g)
Slide 21 - Diapositive
Met welke formule kan je het volume berekenen?
A
massa x dichtheid
B
massa : dichtheid
C
dichtheid x massa
D
dichtheid : massa
Slide 22 - Quiz
Het Gouden Kalf is een filmprijs. Het beeldje weegt 2,2 kg en heeft een volume van 800 cm3. Bereken de dichtheid met de formule uit het boek van het beeldje en zoek op internet uit of het beeldje echt van goud is gemaakt.
Slide 23 - Question ouverte
Bereken nu de massa van het beeldje als het beeldje inderdaad van goud is (V= 800 cm3)