Dichtheid havo 3

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Dichtheid

Lesdoelen vandaag

-De leerling kan uitleggen wat dichtheid is.

-De leerling kent de basisformule van dichtheid en kan hiermee rekenen 

-De leerling kan chemisch rekenen

Chemisch rekenen

-  Je kunt met machten van tien rekenen.

- Je kunt grootheden en eenheden onderscheiden.

-  Je kunt eenheden omrekenen.

-  Je kunt met significante cijfers werken.

Wat hebben we de vorige keer gedaan?

volume

Volume zegt iets hoeveel ruimte een voorwerp inneemt (inhoud)

De eenheid van volume is liter of kubieke centimeter

Deze kun je berekenen (lengte x breedte x hoogte)

of bepalen met de onderdompelmethode

Volume

Volume berekenen

 volume = lengte x breedte x hoogte

Inhoud berekenen

Hoe massa bepalen/berekenen?

Dichtheid

Omdat die stofeigenschap belangrijk is heeft het een eigen naam gekregen: de dichtheid.

De dichtheid van een stof is de massa van 1 cm3 stof.

Dichtheid

Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.

Dichtheid = 8

​cm​3​​​​g​​

Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.

Dichtheid = 27

​cm​3​​​​g​​

Dichtheid is massa in gram van 1 cm3

Grootheid is dichtheid

Eenheid is g/cm3

Dichtheid

Dichtheid:
geeft aan wat de stof per volume weegt. (g/cm³)

                 

Dichtheid bereken H2,3

Formule dichtheid:

Dichtheid = massa / volume

Dichtheid in g/cm³

^{Massa in gram (g)}
Volume in cm3
 

Bereken de dichtheid; beginstand is 60 ml en eindstand is 78 ml en de weegschaal geeft 204,3 g aan.

Bereken de dichtheid van het blokje. Welk materiaal kan dit zijn?

    dichtheid = 

 massa/ volume

0

Chemisch rekenen

Chemisch rekenen

Wat is géén eenheid?

1. Milliliter
2. Kilogram
3. Tijd
4. Seconde

Welke eenheid hoort bij de grootheid 'lengte'?

1. m
2. kg
3. g
4. L

Hoe schrijf je bovenstaande macht uit?

1. 0,000001
2. 0,001
3. 1.000
4. 1.000.000

Hoeveel significante cijfers heeft 6,0?

1. 1
2. 2
3. 0
4. 6

Hoeveel significante cijfers heeft 0,0005?

1. 5
2. 4
3. 1
4. 3

Wat is het antwoord op:
12,0 x 1,0

1. 12
2. 12,0
3. 1,2⋅10​1​​
4. 1,2

Einde van de uitleg

Nu maken: opgave 5, 6, 9 en 11

Blz. 14 - 15 en 16

Ga nu zelf aan de slag

Wat? Maak de volgende opdrachten van oefenblad
Hoe? Doe dit individueel
Hoe lang? Tot het einde van de les