7.4 Hoe komt het Rijk rond?

3 KADER
7.4 Hoe komt de overheid rond?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3 KADER
7.4 Hoe komt de overheid rond?

Slide 1 - Diapositive

Nakijken huiswerk 7.3
Wat: opdracht 1 t/m 10 blz 200.
tijd: 5 minuten
wie: zelfstandig in stilte. 
klaar? beginnen aan 7.4 op blz 202

Als het goed is hebben we dit niet gedaan?

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 7.4

- Wat is de rijksbegroting?

- Waarom heeft de overheid een schuld?

- Welke belastingen zijn er?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

7.3 directe belastingen
Worden direct aan de belastingdienst betaald.

Loonbelasting/inkomstenbelasting/vennootschapbelasting

Slide 5 - Diapositive

7.3 indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.

Het gaat om btw en accijns.

Slide 6 - Diapositive

7.3 Niet-belastingontvangsten
  • Verkoop van aardgas
  • Boetes
  • Leges (geld voor een paspoort, rijbewijs of ID kaart)
  • Winst uit staatsbedrijven (zoals de Staatsloterij)

Slide 7 - Diapositive

7. 4Prinsjesdag
In de rijksbegroting staan de inkomsten en
uitgaven van het land. 

De miljoenennota is de uitleg over de
rijksbegroting

De eerste en tweede kamer keuren deze plannen goed.


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Staatsschuld
  • een begrotingstekort 
    (uitgave zijn hoger dan inkomsten)
  • een begrotingsoverschot
    (inkomsten zijn hoger dan uitgaven)


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Poster invullen
wat: opdracht 1 t/m 9 van de poster
tijd: 10 minuten
wie: zelfstandig
klaar? opdracht 1 t/m 6 op blz 202 en 203


Slide 12 - Diapositive

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 13 - Quiz

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 14 - Quiz

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 15 - Quiz

Wanneer een land meer binnen krijgt dan dat zij betaald, dan heb je een......
A
begrotingstekort
B
begrotingsoverschot

Slide 16 - Quiz