De rijksbegroting

DE RIJKSBEGROTING
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Introduction

Je kunt antwoord geven op de volgende vragen: Wat is de rijksbegroting? Welke gevolgen heeft een begrotingstekort? Welke belastingen betalen wij als burgers aan het Rijk?

Éléments de cette leçon

DE RIJKSBEGROTING

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt antwoord geven op de volgende vragen:
  • Wat is de rijksbegroting?
  • Welke gevolgen heeft een begrotingstekort?
  • Welke belastingen betalen wij als burgers aan het Rijk?

Slide 2 - Diapositive

Inkomsten overheid
  • Belastinginkomsten en premies
  • Niet-belastinginkomsten (boetes, aardgas, winsten uit staatsbedrijven)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Belastingen
Het grootste deel van de inkomsten van de overheid bestaat uit belastingen. Er zijn directe belastingen en indirecte belastingen.

Slide 5 - Diapositive

Directe belastingen

Worden direct aan de belastingdienst betaald.

Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen.
Indirecte belastingen

Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.

Het gaat om btw en accijns. Je noemt deze ook wel kostprijsverhogende belastingen.

Slide 6 - Diapositive

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 7 - Quiz

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 8 - Quiz

1

Slide 9 - Vidéo

Uitgaven overheid
  • overheidsbestedingen
    (uitgaven waar een tegenprestatie voor wordt geleverd)

  • overheidsoverdrachten
    (uitgaven waarvoor geen tegenprestatie wordt geleverd)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Staatsschuld
Als de overheid meer geld uitgeeft dan er binnenkomt, spreek je van een begrotingstekort. Om de uitgaven toch te kunnen doen, moet de overheid geld lenen. Doordat de overheid jaren achtereen een tekort heeft gehad, is er een staatsschuld ontstaan.

Slide 12 - Diapositive

een begrotingstekort = toename staatsschuld

een begrotingsoverschot = afname staatschuld

Slide 13 - Diapositive

01:56
Het lage btw tarief is inmiddels verhoogd. Welk percentage is nu het lage tarief?

Slide 14 - Question ouverte

Belasting eerlijk verdelen 
Iedereen betaalt belasting in Nederland, maar niet iedereen betaalt even veel. Er zijn regels waardoor mensen met meer geld ook meer betalen, zoals het draagkrachtbeginsel. Er zijn ook regels waarbij alleen degene betaalt die ook gebruik maakt van de voorziening, dit is het profijtbeginsel.

Slide 15 - Diapositive

Welke invloed zal de coronacrisis hebben gehad op de Rijksbegroting?

Slide 16 - Question ouverte

Welke invloed zal de coronacrisis hebben gehad op de Staatsschuld?

Slide 17 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Diapositive

De miljoenennota en rijksbegroting worden aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden door de minister van financiën.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Welke gevolgen heeft een begrotingstekort?

Slide 20 - Question ouverte

Belastingen op inkomsten. Bij welke belastingen horen die?
A
directe belastingen
B
Indirecte belastingen

Slide 21 - Quiz

Wat is geen belasting?
A
btw
B
loonbelasting
C
subsidie
D
accijns

Slide 22 - Quiz

Welke belasting is een directe belasting?
A
btw
B
inkomstenbelasting
C
accijns
D
motorrijtuigenbelasting

Slide 23 - Quiz

Welke twee soorten overheidsuitgaven zijn er?

Slide 24 - Question ouverte

Ik begrijp de lesstof en heb geen vragen meer.
A
JUIST (dan mag je de les afsluiten)
B
ONJUIST (je gaat door met deze les en bekijkt de extra uitleg)

Slide 25 - Quiz

Heb je de lesstof nog niet goed begrepen? Kijk dan naar de volgende video's.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo

Begrijp je nu alles van deze les? Zo niet, waar heb je nog hulp bij nodig?

Slide 33 - Question ouverte