HA 3 Beknopte bijzin

De beknopte bijzin
Nederlands derde klassen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De beknopte bijzin
Nederlands derde klassen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoofdzin of bijzin herhaling
Een zin kan enkelvoudig (één persoonsvorm) of samengesteld (meerdere persoonsvormen) zijn.  
Als een zin samengesteld is, kan deze bestaan uit hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin.

Hoe herken je een hoofdzin? De pv en het ow staan naast elkaar (er kan niets tussen).
Voorbeeld: Als ik nieuwe schoenen koop, wil ik ze meteen aan

Hoe herken je een bijzin? Je kunt nog iets tussen het ow en de pv zetten. Voorbeeld: Toen ik thuis kwam, stond mijn boze moeder me op te wachten.



Slide 3 - Diapositive

Beknopte bijzin
Bij een beknopte bijzin ontbreken de persoonsvorm en het onderwerp. Er is wel een verzwegen onderwerp. Dat is eigenlijk een onderwerp dat niet genoemd wordt. Het verzwegen onderwerp moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin, anders klopt de zin niet.
1. Wachtend op de bus, hielden ze elkaars hand vast. GOED (ze wachten)
2. Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder. FOUT (de bus drinkt geen koffie)

Slide 4 - Diapositive

Foutieve beknopte bijzin
Als een beknopte bijzin niet klopt 
(omdat het ow in de hoofd- en bijzin niet hetzelfde zijn), 
is er sprake van een foutieve beknopte bijzin.

Slide 5 - Diapositive

Beknopte bijzin goed of fout?



Om vast te stellen of de beknopte bijzin goed of fout is, volg je 3 stappen.
  1. noteer het ow van de hoofdzin
  2. wat is dan het verzwegen ow van de bijzin?
  3. hetzelfde? Zo niet, dan fout.

Slide 6 - Diapositive

Oefenen

Slide 7 - Diapositive

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 8 - Quiz

Liggend op zijn badmat las Achmed zijn dagblad.
A
goede beknopte bijzin
B
foutieve beknopte bijzin

Slide 9 - Quiz

Na een lange wandeling bleken de boeken niet aanwezig te zijn.
A
foutieve beknopte bijzin
B
goede beknopte bijzin

Slide 10 - Quiz

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 11 - Quiz

Huppelend van blijdschap, kwam het meisje de klas binnen.
A
goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 12 - Quiz

Zelf oefenen
Maak de opdrachten bij de beknopte bijzin bij grammatica en formuleren.
Maken totdat je het begrijpt

Slide 13 - Diapositive