Kennis: Wat weten ze? Bijvoorbeeld over het product?
Vaardigheden: Wat kunnen ze? Bijvoorbeeld producten ontwerpen, de telefoon opnemen, klanten te woord staan, website ontwerpen en bijhouden etc.
Houding of gedrag: Hoe gedragen ze zich? Hoe benaderen ze de klanten? Vriendelijk of netjes?
Uiterlijk: Hoe zien ze eruit? Een klant heeft snel een bepaald beeld van de verkoper.
Deze zaken spreek je met elkaar af en die leg je eventueel vast in huisregels.