Positieve en negatieve getallen, C1F, L21

Welkom!
Welkom!
Op tafel:
Boek 
Schrift
Etui

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Welkom!
Op tafel:
Boek 
Schrift
Etui

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toets feedback

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat positieve en negatieve getallen zijn.

Slide 3 - Diapositive

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zouden moeten begrijpen.
Wat weet jij al over positieve en negatieve getallen?
En waar kom je deze getallen tegen?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn positieve getallen?
Positieve getallen zijn getallen die boven nul liggen. Bijvoorbeeld: 1, 2, 3, 4, 5, enz.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wat positieve getallen zijn en geef voorbeelden.
Wat zijn negatieve getallen?
Negatieve getallen zijn getallen die onder nul liggen. Bijvoorbeeld: -1, -2, -3, -4, -5, enz.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat negatieve getallen zijn en geef voorbeelden.
Klik alle negatieve getallen aan
A
-3
B
5
C
-1
D
10

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef voorbeelden van positieve getallen!

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn positieve en negatieve getallen belangrijk?
Positieve en negatieve getallen worden bijvoorbeeld gebruikt als we het over temperatuur hebben. 
Of denk eens aan verdiepingen in een gebouw.
Maar ook je banksaldo kan negatief zijn....

Slide 9 - Diapositive

Leg uit waarom het belangrijk is om positieve en negatieve getallen te begrijpen en hoe ze worden gebruikt.
Hoe kan je negatieve getallen herkennen?
Positieve getallen worden vaak weergegeven 
zonder een teken voor het getal. 

Negatieve getallen worden vaak voorafgegaan 
door een min-teken (-).

Slide 10 - Diapositive

Leg uit hoe positieve en negatieve getallen worden weergegeven en geef voorbeelden.
Welke getallen uit de lijst zijn negatief?
A
-4
B
8
C
-8
D
5

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke getallen uit de lijst zijn positief?
A
8
B
6
C
5
D
103

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De getallen -3 en 3 zijn tegengestelde!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Boek 

Bladzijde 92, Test opgave, Getallen benoemen

Bladzijde 93, opdracht 2



Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blz. 93 opg. 3
Blz.93 opg. 5

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boeken mogen dicht
Nu blitzonderzoek!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Je hebt vandaag geleerd wat positieve en negatieve getallen zijn en hoe ze worden gebruikt.

Slide 23 - Diapositive

Vat de belangrijkste punten van de les samen en controleer of de studenten het leerdoel hebben bereikt.
Huiswerk
blz. 91 opg. 1
blz. 92 lees de theorie
blz.93 opg.4
blz.94 opg.6

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions