9.1 Positieve en negatieve getallen

Welkom!
Welkom!
Op tafel:
Boek 
Schrift
Etui

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Welkom!
Op tafel:
Boek 
Schrift
Etui

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat positieve en negatieve getallen zijn.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zouden moeten begrijpen.
Wat weet jij al over positieve en negatieve getallen?
En waar kom je deze getallen tegen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn positieve getallen?
Positieve getallen zijn getallen die boven nul liggen. Bijvoorbeeld: 1, 2, 3, 4, 5, enz.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat positieve getallen zijn en geef voorbeelden.
Wat zijn negatieve getallen?
Negatieve getallen zijn getallen die onder nul liggen. Bijvoorbeeld: -1, -2, -3, -4, -5, enz.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wat negatieve getallen zijn en geef voorbeelden.
Klik een negatieve getal aan
A
-3
B
5
C
-1
D
10

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef 3 voorbeelden van negatieve getallen!

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn positieve en negatieve getallen belangrijk?
Positieve en negatieve getallen worden bijvoorbeeld gebruikt als we het over temperatuur hebben. 
Of denk eens aan verdiepingen in een gebouw.
Maar ook je banksaldo kan negatief zijn....

Slide 8 - Diapositive

Leg uit waarom het belangrijk is om positieve en negatieve getallen te begrijpen en hoe ze worden gebruikt.
Hoe kan je negatieve getallen herkennen?
Positieve getallen worden vaak weergegeven 
zonder een teken voor het getal. 

Negatieve getallen worden vaak voorafgegaan 
door een min-teken (-).

Slide 9 - Diapositive

Leg uit hoe positieve en negatieve getallen worden weergegeven en geef voorbeelden.
Klik een negatief getal aan.
A
-4
B
8
C
-8
D
5

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Klik een positief getal aan
A
-8
B
6
C
5
D
-103

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe worden positieve en negatieve getallen toegepast?
Positieve en negatieve getallen worden gebruikt om verschillen te benadrukken, zoals winst en verlies, en ook temperatuurverschillen.

Slide 12 - Diapositive

Leg uit hoe positieve en negatieve getallen worden toegepast in het echte leven en geef voorbeelden.
-8 - 4 =
A
-12
B
-4
C
12
D
4

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-1 - 1 =
A
0
B
1
C
2
D
-2

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tegengestelde getal van 10?
A
100
B
11
C
-11
D
-10

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-8 + 3 =
A
11
B
-5
C
5
D
-11

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

18 - 25
A
7
B
43
C
-7
D
-43

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-3 + 9
A
-12
B
6
C
12
D
-6

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 1 ding op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Samenvatting
Je hebt vandaag geleerd wat positieve en negatieve getallen zijn en hoe ze worden gebruikt.

Slide 20 - Diapositive

Vat de belangrijkste punten van de les samen en controleer of de studenten het leerdoel hebben bereikt.