Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Planning
- negative questions
- homework
- quizlet
- discussing test
Slide 1 - Diapositive
Negative questions
Negatieve vragen
theme 2
Slide 2 - Diapositive
Doel
Het kunnen toepassen van negatieve vragen.
Wat is een ontkennende vraag?
Slide 3 - Diapositive
Gebruik
Ontkennende vragen gebruik je om: - te vragen om bevestiging. - ergernis of ongeloof uit te drukken.
Slide 4 - Diapositive
Hoe te gebruiken
- Als een zin een vorm van to be heeft (am, are, is, was, were) of have got/has got of een ander hulpwerkwoord > zet dit werkwoord vooraan + not
Can't he help me with my homework? Isn't it his dream to become a famous actor?
Slide 5 - Diapositive
Hoe te gebruiken
Staan er andere werkwoorden in zin > don't/ doesn't gebruiken bij ontkennende vragen in de tegenwoordige tijd. > didn't bij vragen in de verleden tijd.
Daarna volgt het onderwerp en het hele werkwoord.
Slide 6 - Diapositive
Hoe te gebruiken
Doesn't Sam know this is a bad idea? Didn't you visit the Grand Canyon? Don't they have tickets for Disneyland?