Grammatica & spelling - 3 kader

Wat is de persoonsvorm (pv) in de zin:

Meneer Kuper geeft ons altijd veel huiswerk op.
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is de persoonsvorm (pv) in de zin:

Meneer Kuper geeft ons altijd veel huiswerk op.

Slide 1 - Question ouverte

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg) in de zin:

Meneer Kuper geeft ons altijd veel huiswerk op.

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het onderwerp (o) in de zin:

Meneer Kuper geeft ons altijd veel huiswerk op.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp (lv) in de zin:

Meneer Kuper geeft ons altijd veel huiswerk op.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp (mv) in de zin:

Meneer Kuper geeft ons altijd veel huiswerk op.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de bijwoordelijke bepaling (bwb) in de zin:

Meneer Kuper geeft ons altijd veel huiswerk op.

Slide 6 - Question ouverte

Lees de zin hieronder. Wat is het voegwoord?

Ik moet goed leren voor de toets, want anders haal ik een onvoldoende.

Slide 7 - Question ouverte

Lees de zin hieronder. Wat zijn de twee persoonsvormen?

Ik moet goed leren voor de toets, want anders haal ik een onvoldoende.

Slide 8 - Question ouverte

Maak van de twee zinnen een samengestelde zin met behulp van een voegwoord.

Ik heb geen zin in school. Ik moet toch heen.

Slide 9 - Question ouverte

Zet hoofdletters, een punt, een dubbele punt en aanhalingstekens op de juiste plaats.

mevrouw van den hoven zei jullie moeten goed leren voor de toets

Slide 10 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Die boerderijen ... (branden) gister tot de grond toe af.

Slide 11 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Heb jij zijn mailtje al ... (beantwoorden)?

Slide 12 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Het was nog maar net ... (gebeuren).

Slide 13 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Hij ... (durven) vorige week niet alleen over straat.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Het meisje ... (blozen) net bij het compliment.

Slide 15 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Mijn moeder ... (stoten) zich gister aan het kastje.

Slide 16 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Ik ... (vinden, tt) dat echt niet kunnen.

Slide 17 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Het nieuws ... (verspreiden, pv tt) zich snel.

Slide 18 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Dat ... (raden, tt) je echt nooit.

Slide 19 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Hij ... (bereiden, pv vt) de maaltijd in een uurtje.

Slide 20 - Question ouverte