M3 - spelling en grammatica - alle leerstof

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

M3 

grammatica en spelling

alle leerstof

grammatica

woordsoorten

Wat is het verschil tussen een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord?

Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een zelfstandig naamwoord en een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

Snapten

jullie

hun

uitleg 

Zijn

grapjes

heb

ik

vaak

gehoord.

naast

Heeft

u

uw

auto

geparkeerd?

beter

dan

de

onze?

de

mijne

Koppel de omschrijving aan de juiste woordsoort.

Wederkerend voornaamwoord

Voegwoord

Vragend voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord

Verbindt woorden, woordgroepen 

of zinnen aan elkaar

Voornaamwoord dat bij een wederkerend werkwoord hoort

Wie, wat, welke en wat voor (een)

Wijst iets of iemand aan

Noem drie voegwoorden

Noem de vier vragende voornaamwoorden

Combineer de wederkerende voornaamwoorden met de juiste zin.

Ik vergis .... vaak onderweg.

Scheert je vader ... vaak?

We hebben ... toch bedacht.

Vragen jullie ... ook af wie dat is?

Mijn ouders bemoeien ... niet met mijn huiswerk.

me

zich

zich

ons

je

u

Maak twee zinnen.
Zin 1: me = persoonlijk voornaamwoord
Zin 2: me = wederkerend voornaamwoord

1. Heb je het aan me gevraagd?

2. Ik vergiste me gisteren.

Verbeter de fouten door de verkeerd gebruikte woorden goed op te schrijven.
Ik heb me boek in dat kast gelegd.

Verbeter de fouten door de verkeerd gebruikte woorden goed op te schrijven.
Wil je jou vraag nog eens aan hun stellen?

Combineer de voornaamwoorden met de juiste zin.

... stelden een vraag aan ons.

Linne zei dat ... fiets is gestolen.

Hij heeft ... diploma gehaald.

'Wil je ... dat vergeven?' vroeg ik hem.

Ik vroeg aan de man: 'Is dat ... tas?'

zij

uw

haar

zijn

me

hun

hem

mijn

u

pers.

vnw

hww

vz

aanw.

vnw

bez.

vnw

zn

bn

lw

tw

zww

vr.

vnw

wdk.

vnw

hebben

aandacht

besteed

aan

die

lastige

hun

Zij

wiskundeles

tijdens

sommen.

twee

grammatica

zinsontleding

Zinsontleding

pv/wg

ow

lv

mw

bwb

De ouders van mijn vriend

hebben

gisteren

hem

gegeven

een nieuwe elektrische fiets

Zinsontleding

pv/wg

ow

lv

mw

bwb

 Op woensdagavond

fiets

 ik

altijd

 langs m'n opa en oma.

spelling

Welke meervoudsvormen zijn ONJUIST?

1. garages
2. kaassoufflés
3. vakantie's
4. musea's

Welke meervoudsvorm is ONJUIST?

1. bacteriën
2. kolonieën
3. orchideeën
4. melodieën

Het eerste deel van de samenstelling 

is geen ZN 

Het eerste deel van de samenstelling is uniek

Het eerste deel van de samenstelling heeft ook een meervoud op -S

Het eerste deel van de samenstelling heeft geen meervoud

Het geheel is een BN en het 1e deel versterkt het 2e deel

jongeman 

zonnebank

keuzestress

rijstepap 

beregoed 

Welk woord met koppelteken is ONJUIST gespeld?

1. camera-opstelling
2. stage-uren
3. luitenant-kolonel
4. ham-preisalade

Waar is het weglatingsstreepje
goed gebruikt?

1. voor- en nadelen
2. voor en na-delen
3. voor en -nadelen
4. voor en nadelen

Waar is het weglatingsstreepje
goed gebruikt?

1. rode- en witte sokken
2. fiets- en vliegvakanties
3. oude- en jonge mensen
4. carnavalsfeest en -optocht

Neem de zin over en noteer hoofdletters en leestekens op de juiste plaats:
tante sara stuurt meneer van santen een brief omdat ze wil dat hij zijn mercedes niet meer voor haar deur parkeert

Neem de zin over en noteer hoofdletters en leestekens op de juiste plaats:
s avonds is in een cafe in noord-brabant jarnos
glas van de bar gevallen

Toelichting

• Stel altijd als eerst de vraag: is het de PV JA of NEE?
  
• Zo ja: is het tt of vt?
• Bij tt: bepaal m.b.v. het onderwerp of je de ik-vorm, de ik-vorm+t of de wij-vorm moet noteren
• Bij vt: gebruik bij zwakke werkwoorden 't ex-kofschip
• Is het geen pv, noteer dan het voltooid deelwoord of het onvoltooid deelwoord
• Sommige werkwoorden zijn onregelmatige werkwoorden of komen uit het Engels

Noteer de werkwoorden.
(Worden) je ook zo vaak (storen) tijdens het gamen? (tt)

Noteer de werkwoorden
De politie (geloven) niets van wat de verdachten (vertellen). tt

's Avonds laat (ontvreemden vt) de dief meerdere kostbaarheden van de toeristen.

1. ontvreemde
2. ontvreemdde
3. ontvreemden
4. ontvreemdden

De leerlingen (beantwoorden) de vragen allemaal goed en (racen) na de les meteen naar huis! - vt

1. beantwoordden raceten
2. beantwoorden raceten
3. beantwoordde racete
4. beantwoordde racetete

Ik ben tevreden over het resultaat van deze LessonUp.

😒🙁😐🙂😃