Natuurkunde: Vermogen beredeneren en berekenen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vermogen: Berekenen en redeneren

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van de stroomsterkte de lading ebpalen en vice versa

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen en vice versa

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

P =Vermogen (W=J/s)

U=spanning over apparaat (V)

I=stroomsterkte (A)

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)

I=​t​​Q​​

Q=lading (C)

t= tijd (s)

P=U⋅I

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van de stroomsterkte de lading ebpalen en vice versa

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen en vice versa

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

P =Vermogen (W=J/s)

U=spanning over apparaat (V)

I=stroomsterkte (A)

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)

I=​t​​Q​​

Q=lading (C)

t= tijd (s)

P=U⋅I

Voorbeeld 1:

Over een lampje staat een spanning van 12 V en er loopt een stroom door van 14 mA. Bepaal het vermogen

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van de stroomsterkte de lading ebpalen en vice versa

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen en vice versa

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

P =Vermogen (W=J/s)

U=spanning over apparaat (V)

I=stroomsterkte (A)

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)

I=​t​​Q​​

Q=lading (C)

t= tijd (s)

P=U⋅I

Voorbeeld 1:

Over een lampje staat een spanning van 20 V en er loopt een stroom door van  1,2 A. Bepaal hoeveel energie het lampje per seconde omzet

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van de stroomsterkte de lading ebpalen en vice versa

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen en vice versa

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

P =Vermogen (W=J/s)

U=spanning over apparaat (V)

I=stroomsterkte (A)

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)

I=​t​​Q​​

Q=lading (C)

t= tijd (s)

P=U⋅I

Voorbeeld 1:

Over een lampje staat een spanning van 20 V en er loopt een stroom door van  1,2 A. Bepaal hoeveel energie het lampje per seconde omzet

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van de stroomsterkte de lading ebpalen en vice versa

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen en vice versa

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

P =Vermogen (W=J/s)

U=spanning over apparaat (V)

I=stroomsterkte (A)

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)

I=​t​​Q​​

Q=lading (C)

t= tijd (s)

P=U⋅I

Voorbeeld 2:

Een batterij heeft een capaciteit van 1200 mAh.

Hoeveel lading stroomt er totaal uit de batterij en hoeveel elektronen zijn dit

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van de stroomsterkte de lading ebpalen en vice versa

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen en vice versa

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

P =Vermogen (W=J/s)

U=spanning over apparaat (V)

I=stroomsterkte (A)

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)

I=​t​​Q​​

Q=lading (C)

t= tijd (s)

P=U⋅I

Voorbeeld 3:

Hoeveel elektronen gaan er door een apparaat waardoor een stroom loopt van 0,052 A

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van de stroomsterkte de lading ebpalen en vice versa

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen en vice versa

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

P =Vermogen (W=J/s)

U=spanning over apparaat (V)

I=stroomsterkte (A)

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)

I=​t​​Q​​

Q=lading (C)

t= tijd (s)

P=U⋅I

Voorbeeld 3:

Hoeveel elektronen gaan er door een apparaat waardoor een stroom loopt van 0,052 A

Leerdoel: 

Ik kan met behulp van stroom sterkte en spanning vermogen bepalen

Ik kan de formules voor vermogen en energie combineren om twee stapsproblemen op te lossen

Indeling:

• inleiding (5 min)
• instructie (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• samenwerken (20 min)
• Leerdoel controle (5 min)
• uitloop (5 min)