HS 1.3 Spanning en Stroomsterkte

HS 1.3 Spanning en Stroomsterkte
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

HS 1.3 Spanning en Stroomsterkte

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat:
spanning, 
stroomsterkte, 
vermogen,
capaciteit zijn.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over spanning en stroomsterkte?

Slide 3 - Carte mentale

Spanning en Stroomsterkte
Spanning is de elektrische kracht die de stroomsterkte veroorzaakt. Stroomsterkte wordt gemeten in Ampere (A).
Spanning wordt gemeten in Volt (V).

Slide 4 - Diapositive

Vrije elektronen en ionen
Metalen hebben elektronen veel bewegingsvrijheid, terwijl  zouten als ze opgelost zijn dan ontstaan ionen. En door de ionen kunne elektronen vrij bewegen.

Slide 5 - Diapositive

Overeenkomst van Stroomsterkte en Coulomb
Stroomsterkte is hoeveel lading er per seconde er door dat apparaat gaat. Dit wordt uitgedrukt in Coulomb (C).
 Stroomsterkte wordt gemeten in Ampere (A = 1 C/s).
1 Coulomb (C) is de lading van                               elektronen. 
6,241018

Slide 6 - Diapositive

Wat is Vermogen?
Vermogen is de snelheid waarmee energie wordt omgezet. Het wordt gemeten in Watt (W) is gelijk aan J/s.

Slide 7 - Diapositive

Oefensom met Vermogen
Bereken het vermogen van een apparaat dat een stroomsterkte van 2A heeft en een spanning van 12V.

Slide 8 - Diapositive

Bereken het vermogen van een apparaat dat een stroomsterkte van 2 mA heeft en een spanning van 12V.

Slide 9 - Question ouverte

Een stroom van 1 ampère komt overeen met een stroom van 1 coulomb lading per seconde: 1 A = 1 C/s.
a/ Hoeveel elektronen 'stromen' per seconde bij een stroomsterkte van 1 mA?

Slide 10 - Question ouverte

Combi Oefensom Vermogen en Lading
Een apparaat verbruikt een vermogen van 50W en werkt gedurende 2 uur. Bereken de totale lading die is verbruikt.

Slide 11 - Diapositive

Een apparaat verbruikt een vermogen van 50W en werkt gedurende 2 uur. Bereken de totale lading die is verbruikt.

Slide 12 - Question ouverte

Capaciteit
Capaciteit is de totale lading die een batterij kan leveren.
Q=I*t
Een capaciteit van 20 Ah betekend dat hij 2 uur 10 A kan leveren.

Slide 13 - Diapositive

Oefensom met Capaciteit naar Vermogen
Een condensator heeft een capaciteit van 10μF en een spanning van 100V. Bereken het vermogen dat wordt opgeslagen in de condensator.

Slide 14 - Diapositive

Een accuboormachine heeft een capaciteit van 1,3 Ah. Werkt op een spanning van 10,8 V en heeft een maximaal vermogen van 180 W.
Bereken hoeveel minuten Inge met deze boormachine op maximaal vermogen kan boren met één volle accu.
tip bereken eerst I.

Slide 15 - Question ouverte