4.3: De cultuur van het rijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.3: De cultuur van het rijk

Deze les:

• uitleg 4.3
• aan de slag met opdrachten

4.3: De cultuur van het rijk

In deze paragraaf leer je

• hoe multicultureel de Romeinse samenleving was.
  
• hoe Romeinen met hun eigen en andere godsdiensten omgingen.
  
• hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond en werd verspreid.
  
• hoe de Romeinse rechtspraak werkte.
  
  Kenmerkend aspect: de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur en de confrontatie (botsing) met de Germaanse cultuur
  

Veel culturen door elkaar:

• In het Romeinse rijk kwamen mensen met verschillende achtergronden en culturen met elkaar in contact
• multiculturele samenleving
• In Rome (de stad) woonden mensen uit alle delen van het rijk en daarbuiten. 

Aquaduct

Basiliek

Romeinse godsdienst:

• Polytheïstisch: meerdere goden
• staatsgodsdienst:  verplicht voor bestuurders en ambtenaren ( Jupiter, Juno, Minerva en Mars)
• verdraagzaamheid: je mocht in het rijk je eigen cultuur,  geloof en mening houden zolang je ook maar de staatsgoden en de keizer vereerde.

4.3: De cultuur van het rijk

Herhaling

1. Het Romeinse Rijk was een multiculturele samenleving? Waar / niet waar + leg uit. 
2. Wat is polytheïsme? 

3. Waren de romeinen verdraagzaam? 
(tolerant) 

Grieks- Romeinse cultuur

• Romeinen nemen veel van andere culturen over, vooral de Griekse cultuur.
• De elite leert de Griekse taal.
• Ook de Griekse wetenschap wordt overgenomen
• Zo ontstaat er een gemengde cultuur, de Grieks-Romeinse of Klassieke Cultuur. 

Romanisering:

• Romanisering: Is de verspreiding van de Grieks- Romeinse cultuur over het Romeinse rijk. 
  
  Opdracht: bekijk de volgende video en noem zoveel mogelijk voorbeelden van Romanisering

Romeinse wetten:

• Deel van de Romeinse mannen had burgerrecht
• burgerrecht zorgde ervoor dat je door wetten werd beschermd, je mocht bijv. niet zonder proces veroordeeld worden of worden gemarteld
•  Burgerrecht kon je krijgen door te dienen in het Romeinse leger.

Aan de slag:

• Lees de theorie van paragraaf 4.3 en maak de opdrachten.
• Tijd over? Werk dan verder aan je opdracht.