Kapitel 10 - Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Noem drie voorbeeld voor een voltooid deelwoord in het Nederlands!

Slide 2 - Carte mentale

Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door: 

GE + STAM + T

Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört. 
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 

Slide 3 - Diapositive

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden waarbij de stam op een -t of een -d eindigt, wordt gevormd door:

GE + STAM + ET

Bijvoorbeeld:
arbeiten - Wir haben gestern den gazen Tag gearbeitet.

Slide 4 - Diapositive

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: 

STAM + T

Bijvoorbeeld:
fotografieren - Was hast du fotografiert?

Slide 5 - Diapositive

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver- wordt gevormd door:

STAM + T

Bijvoorbeeld:
besuchen - Wir haben den Zoo besucht.

Slide 6 - Diapositive

Wat valt je op aan deze zinnen?
Wir haben es gestern schon gehört. 
Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 
Was hast du fotografiert?
Wir haben den Zoo besucht. 

Slide 7 - Diapositive

Zusammenfassung:

1. Wat is de stam van het werkwoord? 
3. Eindigt de stam op –T, -D of het werkwoord op–IEREN? Zo ja, ga naar stap 4 of 5.
     Zo nee, regel: GE + STAM + T
4. Eindigt de stam op: -T of –D, regel: GE + STAM + ET. 
5. Eindigt de stam op –IEREN, regel: STAM+T

6. Voeg het juiste hulpwerkwoord toe. Het werkt net zoals in het Nederlands met hebben & zijn.

Slide 8 - Diapositive

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden  

Slide 9 - Diapositive

Wat is eigenlijk een sterk werkwoord?

Slide 10 - Carte mentale

Basisregel voor het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden moet je simpelweg leren.  Zie lijst op Classroom!   

Bijvoorbeeld:
beschrijven - beschreven / beschreiben - beschrieben
zwemmen - gezwommen / schwimmen - geschwommen

Slide 11 - Diapositive

We gaan oefenen!
Vul het juiste voltooid deelwoord in. 

Slide 12 - Diapositive

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 13 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 14 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 15 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).

Slide 16 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Ich habe ein großes Haus ___________. (mieten)

Slide 17 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Ich habe nichts davon____(merken)

Slide 18 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Ich habe nichts davon____(merken)

Slide 19 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Du hast zwei Jahre Deutsch_____(studieren)?

Slide 20 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Wer hat das Essen eigentlich_____?(bezahlen)

Slide 21 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Wie lange hast du ______(warten)?

Slide 22 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Die Schüler haben bei Albert Heijn zu wenig______(verdienen)

Slide 23 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Ich habe die Falsche Kleidung______(bestellen)

Slide 24 - Question ouverte

We gaan oefenen!
Maak een voltooide zin.
Bijvoorbeeld: 
Ich wohne in Den Haag. = Ich habe in Den Haag gewohnt. 

Slide 25 - Diapositive

Meine Schwester wohnt in Zierikzee.

Slide 26 - Question ouverte

Meine Oma tanzt gerne.

Slide 27 - Question ouverte

Mein Bruder arbeitet als Lehrer.

Slide 28 - Question ouverte

Ich bestelle das Essen.

Slide 29 - Question ouverte

ÜBUNG

 1.  

2.  Neue Kontakte B -  S. 144/145, Aufgaben Nr. 10, 11 & 12





timer
10:00

Slide 30 - Diapositive