Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
blok 1, week 2, les 9
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
lesdoel 1
Ik kan woorden die eindigen op
-eren
-enen
-elen
goed schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
lesdoel 1
Ik kan woorden met een z of een v goed schrijven.
Zoals
Geloof - Geloven
Muis - Muizen
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de woorden naar de goede categorie!
Slide 4 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
welke is goed geschreven?
A
knikeren
B
knikkurun
C
knikkeren
D
knikurun
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Luister en schrijf het woord goed op
Slide 6 - Question ouverte
De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.
De leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.
Luister en schrijf het woord goed op
Slide 7 - Question ouverte
De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.
Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.
Luister en schrijf het woord goed op
Slide 8 - Question ouverte
De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.
Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.
Luister en schrijf het woord goed op
Slide 9 - Question ouverte
De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.
Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.
Luister en schrijf het woord goed op
Slide 10 - Question ouverte
De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.
Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.
Luister en schrijf het woord goed op
Slide 11 - Question ouverte
De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.
Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.
Luister en schrijf het woord goed op
Slide 12 - Question ouverte
De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.
Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.
hag....
oplev....
tek....
-enen
-elen
-eren
Slide 13 - Question de remorquage
Sluit de les af met deze interactieve sleepvraag:
- Laat de leerlingen het juiste deel van de woorden naar de juiste uitgang slepen.