2.1 en 2.2 Hoe behulpzaam ben jij?

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
 bespreken we de vragen van par 2.1 Behulpzaam zijn. 
verdiepen we ons in par 2.2 Zelfstandig zijn 
en 2.3 Noodhulp en duurzame hulp. 

Slide 2 - Diapositive

1. Wat heb jij afgelopen tijd gedaan om een ander te helpen?

Slide 3 - Question ouverte

2. Wanneer ik door een ander geholpen word vind ik dat...
Heel fijn!
Oke, maar ik doe het liever zelf.
Onprettig.

Slide 4 - Sondage

3, 4. Ik vind iemand die mij helpt ...
Altijd aardig
Niet persé aardig.
Niet aardig, dat heeft er niks mee te maken.

Slide 5 - Sondage

7. Vind je het moeilijk om nee te zeggen tegen mensen die hulp nodig hebben?
Ik vind dat ik moet helpen, waar het mogelijk is.
Als ik tijd en energie heb, waarom zou ik dan niet helpen?
Nee. Het is beter dat iedereen zijn eigen probleem oplost.

Slide 6 - Sondage

11. Een verpleger in het ziekenhuis helpt een zieke uit bed. Is dat helpen?
Ja natuurlijk!
Nee, de verpleger doet gewoon zijn werk.

Slide 7 - Sondage

Par 2.2 Doelen 
  • Je kan uitleggen wat een waarde is.
  • Je kan uitleggen waarom Zelfstandigheid een belangrijke waarde is.

Slide 8 - Diapositive

Een vriend belt je 's avonds uit bed om een probleem te bespreken. Wat doe jij?
Je vraagt of hij morgen terug belt.
Je staat op en praat met hem zolang het nodig is.
Je drukt het gesprek weg en zet je telefoon uit.

Slide 9 - Sondage

Iemand valt op straat en heeft moeite om overeind te komen. Wat doe jij?
Je blijft op een afstand kijken of het goed gaat en loopt dan verder.
Je denkt 'Pech' en loopt door.
Je gaat er meteen op af en belt de hulpdiensten.

Slide 10 - Sondage

Wat jij met een onverwachte middag vrij?
Jezelf eens lekker verwennen.
Een vriend of familielid helpen.
Dingen doen waar je eerder geen tijd voor had.

Slide 11 - Sondage

Je hebt veel huiswerk en iemand vraagt jouw hulp bij een project. Wat zeg je?
'Natuurlijk, geen probleem!'
' Misschien, maar eerst maak ik mijn eigen huiswerk af'
'Nee sorry, ik heb het te druk. '

Slide 12 - Sondage

Wat was jouw score van de test 'Hoe behulpzaam ben jij'? (blz 24)
0-20 Nemer
25 - 50 Helper
55 - 85 Gever

Slide 13 - Sondage

Lezen: Afhankelijk van anderen (blz 37)

Slide 14 - Diapositive

14. Welke dingen kon je al vanaf je geboorte?
A
Leren, lezen.
B
Lopen, praten
C
Leren en kijken
D
Praten en autorijden.

Slide 15 - Quiz

17. Omschrijf in eigen woorden wat een waarde is.

Slide 16 - Question ouverte

Vraag 18
Wie is van wie afhankelijk?
A
De leraar van de leerling
B
De leerling van de leraar
C
Ze zijn beide even afhankelijk.

Slide 17 - Quiz

Vraag 18
Wie is van wie afhankelijk?
A
De winkelier van de klant.
B
De klant van de winkelier.
C
Ze zijn beide even afhankelijk.

Slide 18 - Quiz

Vraag 18
Wie is van wie afhankelijk?
A
De dokter van de patiënt.
B
De patiënt van de dokter.
C
Ze zijn beide even afhankelijk.

Slide 19 - Quiz

Vraag 18
Wie is van wie afhankelijk?
A
Het kind van de ouder.
B
De ouder van het kind.
C
Ze zijn beide even afhankelijk.

Slide 20 - Quiz

Wat wordt bedoeld met:
Zelfstandigheid is een belangrijke waarde

Slide 21 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met: 
Zelfstandigheid is een belangrijke waarde
Dat betekent dat veel mensen zelfstandig zijn waardevol, belangrijk vinden.

Slide 22 - Diapositive

Lezen en maken:
Lezen Blz 40 - 41: Waarom eigenlijk, Jezus volgen en Voedselbank. 
Maken: par 2.3 vraag 32 tm 38

Slide 23 - Diapositive

Par 2.4 Noodhulp op duurzame hulp
  • Ik kan voorbeelden geven van duurzame hulp en noodhulp
  • Ik kan motieven (redenen) benoemen waarom mensen elkaar helpen.
  • Ik kan uitleggen wat bedoeld wordt met mantelzorg.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive